Geplaatst op vrijdag 28 december 2012 @ 15:27 , 4016 keer bekeken
Ovidius (43 v. Chr. – 18 na Chr.) schreef een prachtige romance over de Grieks-Cypriotische Prins Pygmalion. Een liefdesgeschiedenis die in symbolische zin nog dagelijks aan de orde is in de menselijke psyche.
Prins Pygmalion – zo schreef Odivius - was een fervent liefhebber van beeldhouwkunst en kon daardoor – in zijn geval – zelf ook aardig met hamer en beitel uit de voeten. In de liefde daarentegen wilde het niet zo vlotten. De vrouwen die hij kende voldeden niet aan zijn morele standaard en dus was Pygmalion ongetrouwd. Op een goede dag – gefrustreerd door zijn vrijgezellenbestaan – leefde hij zich volledig uit op een blok ivoor en hakte een vrouw tevoorschijn die de schoonheid van het mooiste der aarde overtrof. Hij noemde haar Galatea. Pygmalion – snakkend naar liefde – raakte volledig in de ban van zijn eigen creatie. Iedere keer dat hij haar aanschouwde groeide zijn genegenheid totdat hij niets dan intense liefde voelde voor zijn ivoren beeld.
Omdat Pygmalion had gezien dat zij hun leven in zonde doorbrachten, nadat hij zich had geërgerd aan de gebreken, die de natuur in groten getale aan de vrouwelijke geest gaf, leefde hij zonder echtgenote als vrijgezel en miste lange tijd een slaapkamergenote.
Intussen beeldhouwde hij met wonderlijke vaardigheid op gelukkige wijze sneeuwwit ivoor en gaf het een schoonheid, waarmee geen enkele vrouw geboren kan worden en hij werd verliefd op zijn werk.
Het is de gedaante van een echt meisje, waarvan je zou geloven dat ze leeft en, als schaamte niet in de weg zou staan, aangeraakt wil worden: zozeer is de kunst verborgen in haar eigen kunst. Hij bewondert haar en Pygmalions borst brandt van verlangen naar het nagebootste lichaam.
Vaak brengt hij zijn handen naar het werk terwijl ze onderzoeken of het een lichaam is of dat ivoor, en hij geeft niet toe dat het nog ivoor is.
Hij geeft kussen en meent dat ze teruggegeven worden en hij praat (tegen haar) en houdt (haar) vast en hij gelooft dat zijn vingers zinken weg in de aangeraakte lichaamsdelen en hij is bang dat er een blauwe plek komt op de ingedrukte ledematen en nu eens haalt hij er vleiende woorden bij, dan weer brengt hij haar geschenken die meisjes dierbaar zijn: schelpen, ronde steentjes en kleine vogels en bloemen van (met) duizend kleuren en lelies en beschilderde ballen en de van de boom gevallen tranen van de Heliaden; hij versiert ook haar lichaam met kledingstukken: hij geeft edelstenen aan haar vingers, hij geeft lange kettingen aan haar hals; gladde parels (hangen) aan haar oor, kettingen hangen op haar borst: alles staat mooi; maar naakt schijnt zij niet minder mooi.
Hij legt haar op met Sidonisch purper geverfde kussens en noemt haar zijn bedgenote en hij legt haar achteroverleunende hals in zachte veren, alsof deze het kan voelen.
Tijdens het feest van Aphrodite bleef Pygmalion voor haar altaar staan en prevelde zijn gebed. “O Godin, als U alles kunt maken, schenk mij dan een vrouw die lijkt op mijn ivoren beeld.” De liefdesgodin voelde de immense hartstocht van Pygmalion voor Galatea en verhoorde zijn gebed. Drie stralen van vuur schoten ten hemel als teken van haar genade. Thuis aangekomen spoedde Pygmalion zich naar zijn ivoren creatie en drukte zijn lippen op de hare. Het ivoor voelde warm en zacht aan en onder de streling van zijn handen veranderde Galatea langzaam in een vrouw van vlees en bloed. Pygmalion en Galatea trouwden en schonken het leven aan een prachtige dochter Paphos. Een naam die nog steeds gedragen wordt door een stad op Cyprus.
De feestdag van Venus die op heel Cyprus door een groot publiek gevierd werd, was gekomen en jonge koeien met vergulde kromme horens, getroffen in hun sneeuwwitte nek, waren gevallen, wierook rookte, toen hij, nadat hij zijn plicht had vervuld, bij de altaren bleef staan en bedeesd (zei): ‘Als u, goden, alles kunt, laat dan, wens ik, als echtgenote (voor mij) zijn’, omdat Pygmalion niet durfde te zeggen ‘het ivoren meisje’ zei hij: ‘een meisje gelijk aan het ivoren meisje’.
Omdat de gouden Venus zelf op haar feesten aanwezig was, begreep ze wat die wensen betekenden, en, als teken van haar vriendelijke goddelijke macht, is driemaal een vlam opgelaaid en leidde hij zijn spitse tong door de lucht.
Zodra hij is teruggekeerd, zoekt hij het beeld van zijn meisje en terwijl hij ging liggen op het bed gaf hij haar kussen: zij scheen warm te zijn; hij beweegt opnieuw zijn mond naar haar en met zijn handen betast hij haar borst: het betastte ivoor wordt zacht en nadat het zijn hardheid heeft afgelegd geeft het mee onder de druk van zijn vingers en voegt zich, zoals was van de Hymettus door de zon smelt en nadat het door de duim is aangeraakt, in vele vormen gebogen wordt en juist door het gebruik bruikbaar wordt.
Terwijl hij stomverbaasd is en aarzelt of hij zich moet verheugen of moet vrezen dat hij bedrogen wordt, raakt hij weer, terwijl hij weer liefheeft, zijn wens met zijn hand aan; het was een lichaam: de aderen kloppen nadat ze door zijn duim zijn aangeraakt.
Dan spreekt de Paphische held werkelijk een stortvloed van woorden uit, waarmee hij Venus bedankt, en uiteindelijk drukt (kust) hij met zijn mond de niet onechte mond en het meisje voelde de gegeven kussen en bloosde en terwijl ze haar schuchtere blik naar het licht ophief, zag ze tegelijk met de hemel haar geliefde.
De godin zegent het huwelijk, dat ze heeft bewerkstelligd en nadat de maansikkels al negenmaal tot een volledige cirkel zijn samengebracht, baarde zij Paphos, van wie het eiland haar naam heeft.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: