Geplaatst op zaterdag 27 oktober 2018 @ 19:59 , 1265 keer bekeken
Edward Burne-Jones, The Prioress’ Tale, circa 1865-1898,
gouache en waterverf op papier op een linnen drager, 103,4 x 62,8 cm
Het schilderij is geïnspireerd op het gelijknamige verhaal uit The Canterbury Tales. De priores vertelt over een jongetje dat vermoord wordt in opdracht van Joden omdat hij een hymne zingt ter ere van Maria: “O alma redemptoris mater”. De huurmoordenaar gooit het lijk in een latrine. De Maagd Maria legt een graantje op zijn tong, waardoor het jongetje op miraculeuze wijze de hymne blijft zingen. Hierdoor wordt zijn lijk ontdekt en de Joden gestraft voor hun daad. Het lichaam wordt voor het hoogaltaar van de abdij geplaatst, waarop de abt het jongetje vraagt hoe het komt dat hij nog kan zingen. Het jongetje vertelt hoe dit mirakel is gebeurd en zegt dat als het graantje verwijderd wordt, de Maagd Maria om zijn ziel zal komen. Dit gebeurt inderdaad wanneer de abt het graantje verwijdert en zo krijgt het jongetje een begrafenis van een martelaar.
Het centrale tafereel toont het jongetje in een devote houding voor de Maagd: hij houdt zijn handen en ogen gesloten. Zijn lichaam is gewikkeld in een witte doek, een lijkwade. Het jongetje staat in een nauwelijks zichtbare kuil en de Maagd Maria buigt zich naar hem toe en legt met haar rechterhand het graantje in zijn mond. In haar linkerhand draagt ze graanhalmen. Ze is gekleed in een paarse jurk en een blauwe mantel. Beide figuren staan temidden van een ommuurde tuin, waarin zonnebloemen en roze en rode klaprozen groeien. Een openstaand, houten poortje vormt de toegang. Op de muur groeien bloeiende plantjes, aan de rechterkant voor de muur groeien witte leliën. Het is alsof de jongen en de Maagd buiten de werkelijkheid geplaatst werden in een ideale “Tuin van Eden”. De tuin kan ook omschreven worden als een “hortus conclusus”, een thema uit de middeleeuwse schilderkunst, dat de interesse van Burne-Jones voor middeleeuwse schilderkunst weerspiegelt.
Op het middenplan zien we links een groep figuren waarvan de meesten met de rug naar het tafereel toe staan. Eén van hen heeft een boek vast, misschien een bijbel. Dit lijkt logisch aangezien ze een kerk binnengaan. De klokkentoren is te zien met een luidende klok die de mensen oproept naar de dienst te komen. Rechts staat een groepje van drie figuren, een man, een vrouw en een kind. De vrouw houdt het kind vast en bedreigt het met een mes, ook de man probeert het kind in bedwang te houden.
Het hoofdtafereel wordt omgeven door een architecturale setting, die zowel links als rechts doorloopt tot aan het achterplan. Een muurtje dat loopt tot het midden van de straat, scheidt het midden- en achterplan. Achter dit muurtje staat een grote zuil waarop het standbeeld van een man staat. Verder bestaat het achterplan nog uit een huis, waarachter een stenen boogvorm staat. Als uiteindelijke begrenzing heeft de kunstenaar een kerk geplaatst. Burne-Jones creëerde met het doorlopen van de verschillende plans in elkaar, de architecturale setting en de perspectieftekening een grote dieptewerking.
De bloemen die hij afbeeldt op het voorplan zijn dragers van een symboliek. De witte leliën symboliseren de puurheid van het kind en de Maagd Maria, de klaprozen staan voor troost en de zonnebloemen voor verering, terwijl de muurbloempjes symbool staan voor trouw in tijden van tegenspoed.238 Burne-Jones heeft de symboliek van het verhaal in bloemen gegoten: het verhaal gaat over de puurheid van het jonge kind en de Maagd Maria die troost biedt in zijn dood. De verering van Maria staat centraal en de aanhoudende trouw van het jongetje aan haar. De bloemen worden niet vermeld in het verhaal; zij zijn een eigen toevoeging van de kunstenaar. Burne-Jones had hier een duidelijk doel voor ogen: het verhaal van de priores overbrengen aan de kijker door middel van symbolen. Daarnaast stelt Burne-Jones de verering van Maria centraal, in plaats van te focussen op de moord en het antisemitische karakter van het verhaal. Het gruwelijke verhaal van de priores wordt door de kunstenaar volledig herleid tot het innige tafereel tussen het jongetje en de Maagd Maria. Als de kijker niet het verhaal als achtergrond heeft, wijst niets op de gruwelijke elementen. Het jongetje lijkt zelfs niet dood, de put waarin hij staat is nauwelijks zichtbaar, terwijl zijn lijk oorspronkelijk in een latrine gedumpt werd. Hier lijkt het alsof hij knielt om een hostie te ontvangen van de Heilige Maagd.
De aanzet tot de moord wordt afgebeeld op het middenplan, waar we de twee figuren zien die het kind in bedwang houden en de vrouw die het mes in de rug duwt. Het kind heeft dezelfde kleur van haar en gewaad als het jongetje op de voorgrond. Dit tafereel komt niet voor in het verhaal van Chaucer, aangezien het jongetje vermoord wordt door één huurmoordenaar. Het simultaan weergeven van de taferelen sluit aan bij de middeleeuwse schilderkunst waardoor Burne-Jones zich liet inspireren. Gelijktijdigheid in het beeld van verschillende momenten is een typisch element van middeleeuwse schilderijen.
Bron: Evelien Verdonck, "Literatuur als inspiratiebron voor beeldende kunstenaars in het Engeland van de negentiende eeuw",Universiteit Gent, Academiejaar 2009-2010.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: