Bacchus en Ariadne op Naxos - van Everdingen

Geplaatst op zondag 03 juni 2001 @ 23:50 , 1191 keer bekeken

Ovidius beschrijft in zijn Metamorfosen (boek 8, 176-182) hoe Ariadne, dochter van koning Minos van Kreta, verliefd wordt op de Atheense koningszoon Theseus die naar Kreta is gekomen om het monster de Minotaurus om te brengen. Na Theseus' daad vluchten ze in de richting van Athene. Op het eiland Naxos laat Theseus haar wreed achter op het strand. Daar treft Bacchus haar aan en maakt haar tot zijn vrouw. Het schilderij van Van Everdingen wordt overheerst door een bijna naakte Ariadne die sierlijk achterover leunt en van opzij over haar schouder ons aan kijkt. Ze draagt een krans met rozen op haar hoofd waaraan een parelketting hangt. Achter haar rug ligt een boeket rozen. Deze bloemen en rozen speelden een grote rol bij de ontmoeting van Bacchus en Ariadne. Venus bevindt zich tussen Ariadne en Bacchus en kijkt Ariadne aan. Venus, de godin van de liefde, brengt het stel bij elkaar. Links op de voorgrond staat een jongetje dat Venus' zoon, Amor, voorstelt. Hij heeft een wijnkruik in zijn rechterhand en in zijn linker een wijnglas. Van Mander beschreef dat Bacchus ooit koning van een groot rijk was, dat Arabiƫ en Egypte omvatte. In de zeventiende eeuw waren deze landen synoniem aan het hele verre oosten. Everdingen, Caesar Pietersz (Bovetius) van (ca. 1617 - 1678) Caesar Pietersz van Everdingen, die zich ook wel Caesar Bovetius van Everdingen noemde, werd omstreeks 1617 geboren in Alkmaar. Zijn jongere broer Allard (1621-1675) werd landschapschilder. Al in 1628 en 1629 werd Caesar 'schildersgesel' genoemd; hij was toen ongeveer twaalf jaar oud. Drie jaar later, in 1632, werd hij in Alkmaar lid van het St. Lucasgilde. Zijn vroegst bekende werkstukken zijn de portretten van zijn ouders uit 1636. In 1641 schilderde hij de officieren van de Oude Schutterij van Alkmaar, zijn eerste officiƫle opdracht. Omstreeks 1640 kwam Caesar in contact met Jacob van Campen, die toen de orgelkast en de luiken van het nieuwe orgel in de Grote Kerk te Alkmaar ontwierp. Caesar kreeg opdracht de voorstellingen op de orgelluiken uit te voeren. In de periode 1642-1643 werkte hij anderhalf jaar in Van Campens huis Randenbroek bij Amersfoort. In die tijd was hij daar gildelid. Caesar verhuisde in 1648 van Alkmaar naar Haarlem, waar hij samen met zijn broer toetrad tot de Schutterij van St. Joris. Hij woonden in de Grote Houtstraat. In 1651 werd Caesar lid van het Haarlemse St. Lucasgilde. Tussen 1648 en 1651 leverde hij drie schilderijen voor de Oranjezaal in Huis ten Bosch in Den Haag In 1658 keerde hij na een verblijf van tien jaar in Haarlem terug naar Alkmaar, waar hij tot zijn dood zou blijven wonen. Tijdens een verblijf in Amsterdam veroorzaakte Caesar op een avond in juli 1661 enige opschudding door voor het huis van een neef van hem zijn verwant uit te schelden voor 'uyt-suyper' (parasiet, uitzuiger). Caesar van Everdingen werd in 1678 in de Grote Kerk te Alkmaar begraven.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: