Geplaatst op woensdag 21 juli 2004 @ 22:50 , 1682 keer bekeken
De goden uit de antieke oudheid hadden in één of andere vorm de Middeleeuwen overleefd, bijvoorbeeld als gepersonifieerde planeten die grote invloed uitoefenen op leven en lotsbestemming van de mens. Maar gaandeweg waren ze hun klassieke verschijningsvorm kwijtgeraakt en toen ze op grote schaal het vijftiende-eeuwse leven binnentraden, leken ze vrijwel niet meer op klassieke voorstellingen en hadden ze een allegorische betekenis die verwantschap vertoonde met christelijke onderwerpen.
Mars en Venus
Botticelli's 'Mars en Venus' bijvoorbeeld is onbegrijpelijk als we daarbij denken aan een van de klassieke voorstellingen met een naakte Venus De ideeën achter Sandro Botticelli's schilderijen met mythologische onderwerpen zijn buitengewoon gekunsteld, net als de levensstijl van de kringen waarvoor Botticelli zijn werken maakte
Sandro Botticelli,Venus en Mars
We zien hier een kuis en lieflijk wezen, blootvoets en gekleed in een hoog-gesneden, ruimvallend kleed met dubbele mouwen en ruimvallende plooien, dat ons laat raden naar de vorm van haar ledematen en borsten en dat haar taille volledig verhult. Mars - een slanke jongeman - ligt op de grond, naakt op een witte doek na. Terwijl hij daar zo ligt te slapen, leven vier satyr-kleuters zich uit met zijn harnas en lans. Een van hen blaast op een grote zeeschelp, niet zozeer om hem wakker te maken dan wel om hem dieper te laten slapen, in opdracht van de betoverende Venus.
Wie ook de humanist was die het programma voor het schilderij opstelde, hij heeft ongetwijfeld meer dan één passage uit de klassieke literatuur gebruikt. Van belang is vooral Marsilio Ficino's astrologische omschrijving van Mars' karakter: '... de sterkste planeet, want hij geeft de mensen kracht, maar Venus is nog sterker. Waar Venus ook staat aan het hemelgewelf, zij lijkt overal de meesteres van Mars maar Mars is nooit Venus' meester'. De lauwertakken achter Mars en Venus suggereren dat dit schilderij - gemaakt in een tijd waarin de vrede eeuwig leek dankzij Lorenzo's handige politiek - verwijst naar de overwinning van cultuur en verstand op geweld. De opvallende, tedere loomheid van Mars en Venus komt evenzeer tot stand door het liggende formaat als door de subtiel geschilderde slapende Mars, wiens gezicht van onderaf wordt belicht.
De Primavera
Met de algemeen geliefde 'Primavera' gaan we de poorten van de slaap door en komen in dromenland. We bevinden ons in een dicht sinaasappelbosje, waarvan de in elkaar gestrengelde takken en de goudkleurige vruchten het bovenste gedeelte van het schilderij vullen.Tussen de stammen door ontwaart men de lucht - ergens in de verte is een landschap te zien. Net even uit het midden staat een meisjesachtige figuur, met één hand geheven alsof ze een zegenend gebaar maakt. Geheel rechts komt de windgod Zefier het toneel op, terwijl hij de nimf Chloris achtervolgt. Uit haar mond komen bloemen, een teken dat zij in Flora, de godin van de lente, aan het veranderen is (aldus luidt een recente interpretatie van de voorstelling). Vervolgens zien we haar, volledig getransformeerd, terwijl ze bloemen van haar geborduurde kleed uitstrooit over het gras. Links wijst Mercurius met zijn staf naar de wolkjes die tussen de gouden vruchten zweven. Vlak naast hem dansen de Drie Gratiën hun reidans en een geblinddoekte Amor of Cupido schiet van bovenaf gouden pijlen in hun richting. De houding van de vrouw in het midden, Venus, doet bijna heilig aan en lijkt erg op Botticelli's Madonna's.
Dit schilderij was gemaakt voor een achterneef van de beroemde Lorenzo il Magnifico. Het hing in zijn landhuis te Castello, een paar kilometer ten westen van Florence.
Dit motief spreekt nog duidelijker uit de Geboorte van Venus, dat eveneens ter gelegenheid van een Medici-huwelijk werd geschilderd. Dwars over het schilderij jaagt een ademstoot van Zefyr, god van de westenwind. Hij richt onze aandacht op het hoofdthema van het werk: een seksueel overgangsritueel.De adem blijkt rechtstreeks gericht op een plaats tussen de benen van de dienstmaagd van Venus. Daar zien we een dwarreling in haar kleding. De Heilige Geest, de derde persoon van de Heilige Drieëenheid, is in zijn aardse gedaante, adem of wind.
Iets soortgelijks deed zich voor bij de Annunciatie, de ontvangenis door Maria van de Heilige Geest. Deze bijbelse vergelijking met de Maagd Maria, moeder van God, dringt zich op door de maagdelijke pose van Venus. Ze maakt een afwerend gebaar, en bedekt haar geslacht. Toch wordt zichtbaar wat ze verbergt. Het haar dat ze voor haar maagdelijkheid bijeenhoudt, heeft de vorm van een schaamspleet. En nog explicieter zie we die in de mantel die over haar heen geslagen wordt. Een deel daarvan heeft de vorm van een vagina. Daaruit steekt half een door Zefyr weggeblazen blad.
De Geboorte van Venus heeft de ernst van een religieus schilderij. Hoewel het thema, seksuele initiatie ,menselijk is, straalt het werk toch een zekere religieuze mystiek uit. De symbolische werking wordt benadrukt door de locatie bij de zee: bron van leven, symbool van eeuwigheid. De zee is glad en kleine V-vormen suggereren golven. Bloemen dwarrelen door de lucht rondom Venus, die al beeldschoon, nog mooier wordt door het gebruik van goudpigment dat haar haar doet stralen. Waar de Renaissance naar streefde - het weergeven van atmosfeer en volume -, daarvan is niets te vinden in dit schilderij dat zijn schoonheid ontleent aan de onvergelijkbare delicaatheid van Botticelli's lijnvoering.
Hier zijn de lichaamsproporties meer dan ooit 'overdreven', maar de verrukkelijke welving van de lange nek en de glooiing van de schouders, de val van het honingkleurige haar rondom het lichaam, brengen de beschouwer buiten zichzelf. Vermoedelijk gaf Piero Francesco de' Medici Botticelli de opdracht voor dit schilderij voor zijn villa in Castello. Het thema komt uit de Griekse mythologie, al leidt de nu ingeburgerde naam van het werk makkelijk tot vergissingen. Hier wordt niet de eigenlijke geboorte van Venus uitgebeeld, maar de aankomst van de godin van de liefde op de kust van het eiland Cythera. Venus, uit zeeschuim geboren, is als de belichaming van de volmaakte schoonheid uit de golven van de zee tevoorschijn gekomen. Staande op een schelp wordt zij door de windgoden Zephyros en Aura naar het land geblazen waar de door Zeus verwekte jaargetijde godinnen klaarstaan om haar met bloemen te kleden. Terwijl een windvlaag over het water glijdt, bloemen door de lucht blaast en de haren als een kleed laat wapperen, is de liefdesgodin zelf als een stilstaand beeld naar het voorbeeld van de antieke Venus pudica (de 'zedige Venus') weergegeven.
De compositie doet echter ook denken aan christelijke thema's, zoals de doop van Christus. Aan het geheel ligt een nu moeilijk in te denken concept ten grondslag in de zin van de literair-filosofische pogingen van het humanisme, dat zich ten doel stelde om tot een verzoening van christelijke en mythologische voorstellingen te komen.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: