Geplaatst op maandag 04 november 2002 @ 01:04 , 1634 keer bekeken
Voor het eerst in de geschiedenis hangen Venus en de Spiegel van Titiaan en Venus en Cúpido van Rubens broederlijk naast elkaar, alsof het zusjes zijn. Samen vormen ze de basis voor een kleine maar zeer bijzondere tentoonstelling in het Thyssen Museum in Madrid, rond het thema van Venus en de Spiegel.

Titiaan gaf zijn Venus een spiegel om de Michelangelos in zijn naaste omgeving van repliek te kunnen dienen. Want in de hoogtijdagen van de Italiaanse renaissance ging het soms heftig toe in de discussie tussen beeldhouwers en schilders: eerstgenoemden pochten dat de schilders mank gingen aan het driedimensionale. Door het gebruik van de spiegel voegde de schilder niet alleen een metafoor van schoonheid toe aan het linnen maar ook een perspectiefvol element dat de beeldhouwer ontbeerde. Zo kon hij alsnog zijn superioriteit etaleren.
Giovanni Bellini was in die dagen een van de eersten die de spiegel -- een later veel gebruikt instrument in de Venetiaanse schilderkunst - introduceerde met zijn in 1515 gepenseelde doek Vrouw voor haar spiegel (Kunsthistorisch Museum in Wenen). Bellinis leerling, Tiziano Vecello (1485-1576) - bij ons beter bekend als Titiaan -, kopieerde dat detail in 1555 in zijn onsterfelijk mooie schilderij Venus voor de spiegel. Het doek, eigendom van The National Gallery of Art in Washington, hangt tot en met eind januari in het Thyssen Museum in Madrid, naast de kopie die Rubens ruim vijftig jaar later maakte. Dat resulteerde in Venus en Cúpido, een schilderij dat deel uitmaakt van de vaste Thyssen-collectie.
Nu de genoemde schilderijen van Titiaan en Rubens in één ruimte bijeen zijn gebracht, kunnen we zien hoe beide schilders gegrepen waren door het klassieke beeld van schoonheid en hoe ze dit thema verwerkten: Titiaan met zijn ragfijn aangrijpend koloriet, Rubens met zijn forse penseelstreek en zijn barokke rondingen in het menselijke lichaam. Titiaan zag in Venus de onaantastbare, beeldschone godin, Rubens zag in haar de lonkende volkse vrouw.

VENUS IMAGO
Het spontane, kortstondige karakter van de schoonheid is een voortdurend terugkerend thema in de traditie van de filosofie, literatuur en schone kunsten van de westerse cultuur. Al in de klassieke oudheid zagen de schilders het motief van de schoonheid, gereflecteerd in de spiegel, als een voorwerp van voortdurende meditatie. Dat proces bereikte een hoogtepunt toen het imago van Venus, godin van de liefde en van de schoonheid, werd herontdekt in de Renaissance en werd verbonden met het modelinstrument uit die tijd: de spiegel.
Titiaan was geobsedeerd door de mythische aantrekkingskracht van Venus. In haar ontdekte hij alle literaire en filosofische kenmerken van de klassieke oudheid. Het aantal keren dat hij een Venus verwerkte in zijn schilderijen, is legio.
Een absoluut topwerk in deze Venus-serie is de in 1539 tot stand gekomen Venus van Urbino, die nu behoort tot de Uffizi-collectie. Die prestatie van Titiaan was overigens ook niet origineel want de Venetiaanse schilder baseerde zich op de Slapende Venus (1520) van Giorgione, nu in de Staatskunstcollectie in Dresden. Volgens Fernando Checa, de commissaris van de deze expositie, is deze Giorgione zelfs een van de belangrijkste doeken uit de geschiedenis van de schilderkunst.
Checa, de voormalige directeur van het Prado Museum en de Titiaan-autoriteit bij uitstek, kan lyrisch worden als de Venus van Urbino door zijn hoofd dwaalt en hij de ietwat afstandelijke Venus van Giorgione (slapend in een landschap) vergelijkt met Titiaans versie. Kijk, nu is ze wakker, ze kijkt naar de toeschouwer en ligt ineens naakt in een kamer met een slapende hond aan haar voeten. Wat een sensualiteit!
Het gaat Checa niet alleen om het fysieke naakt. O nee! De spiegel, verhaalt hij haastig verder, was niet alleen het symbool van vrouwelijke schoonheid maar ook een metafoor van de schilderkunst. Het gaat niet om de schoonheid zelf maar om de schoonheid zoals die in de schilderkunst wordt gereflecteerd. Het schilderij zelf is de spiegel die de schilder ons voorhoudt.
.jpg)
Dat Titiaans belangstelling voor Venus vooral op beelden uit de Griekse oudheid was gebaseerd, is volgens Checa op velerlei wijze af te leiden. Als voorbeeld noemt hij zijn schilderij Aphrodite (National Gallery of Scotland in Edinburgh). Daarbij baseerde Titiaan zich op een beeld van Apelles, de Griekse hofschilder van Alexander de Grote uit de vierde eeuw voor Chr., wiens werk overigens geheel verloren is gegaan. Nog duidelijker is de wijze waarop Titiaan de handen van Venus heeft geplaatst, zich baserend op de pose van Venus in de klassieke beeldhouwkunst toen ze als een metafoor van bescheidenheid werd neergezet.
KOPIEREN
Venus en de Spiegel was een opdracht van Filips II en maakte deel uit van een serie doeken gebaseerd op mythologische voorstellingen zoals die in de Renaissance in zwang waren geraakt. Peter Paul Rubens (1577-1640) zag het doek toen hij op bezoek was in het paleis van de Spaanse koning. Merkwaardig genoeg is het doek van Rubens geen kopie van dit schilderij van Titiaan maar van een andere Venus met Spiegel, een doek dat in de onafhankelijkheidsoorlog van de 19de eeuw verloren ging. Van het woord imitatie wil Checa overigens niet horen: Het was in die tijd heel gewoon om replicas te maken of kopieën, ook van het werk van andere schilders.
Rubens, net als Checa een bewonderaar van Titiaan, bezocht Madrid twee keer, eerst in 1603 en later in 1628 en 1629. Hoewel hij het werk van Titiaan al kende uit zijn Italiaanse reizen, ontdekte hij in Madrid de doeken die Titiaan had gemaakt voor Filips II. Eenmaal terug in Antwerpen kopieerde hij menig doek, waaronder Venus en de spiegel (in de jaren 1606-1611) en De ontvoering van Europa (na 1629) dat nu in het paleis El Pardo hangt, even buiten Madrid.
.jpg)
Checa geeft toe dat Rubens zich wél aangetrokken voelde tot de sensualiteit van Titiaans werk. Net als Titiaan had Rubens een werkconcept dat behalve op religieuze themas was gebaseerd op de klassieke oudheid. Maar in zijn benadering van de Italiaanse schilderkunst uit de Renaissance schilderde Rubens in zijn eigen barokke beeldtaal en stelde hij zijn eigen composities samen, wat later zou leiden tot de weelderige Venus voor de spiegel (Schloss Vaduz in Liechtenstein) en zijn topdoek De Drie Gratiën, een werk dat tot aan zijn dood in zijn bezit bleef maar later werd gekocht door Filips IV en zo terechtkwam in de vaste collectie van het Prado Museum.
Terug naar de expositie. Waren alle hier genoemde doeken samengebracht, dan zouden er elke dag lange rijen voor het Thyssen Museum hebben gestaan. En al helemaal als ook het meesterwerk van Velázquez, De Venus van de spiegel, uit de National Gallery in Londen opnieuw naar Madrid was gebracht. Maar zo is het ook goed. De twee Venus-doeken van Titiaan en Rubens gaan vergezeld van een bescheiden aantal kunstwerken maar die zijn daarom niet minder interessant. Ze laten zien hoe het gebruik van de spiegel in de loop der eeuwen keer op keer werd toegepast. Door Hans van Aachen, bijvoorbeeld, met zijn provocerende compositie van een halfnaakte vrouw die haar gezicht aan de toeschouwer toont via een spiegel terwijl een man grijnzend toekijkt. Of door Gerard ter Borch die ons meevoert in de intimiteit van het subtiele ogenspel van drie vrouwen en een spiegel.
Het oudste werk van deze expositie in een Romeinse spiegel met daarin een afbeelding van de Drie Gratiën. Voorts zijn er onder meer werken van Aníbal Carraci (Venus en de Drie Gratiën, uit de Samuel Kress Collectie in The National Gallery of Art in Washington), Giovanni Bellini (ook al een Venus met spiegel), George de la Tour en Simon Vouet. De expositie sluit af met Max Beckmann die in 1937 het barokke element van Rubens vertaalde in zijn eigen Venus met spiegel, een compositie die volgens Checa is gebaseerd op werk van Botticelli.
Dat het om een bijzondere expositie gaat, kan ook in geldbedragen worden uitgedrukt. Het kwam zelfs tot een publicatie in de Spaanse staatscourant, geen recensie maar een gortdroog verhaal over de juridische voorwaarden waaronder de Spaanse staat de geëxposeerde werken verzekerde. Daarom weten we nu dat het door de National Gallery of Art in Washington uitgeleende werk van Titiaan is verzekerd voor een bedrag van exact 56.783.271 euro en 40 eurocent.
Titiaan - Rubens:Venus voor de spiegel
tot 29 januari in het Thyssen-Bornemisza Museum. De toegang is gratis. De bijbehorende catalogus met een boeiend exposé (in het Spaans) van Fernando Checa kost 18 euro.
Voor meer informatie: www.museothyssen.org
Bron: Henk Boom, De Financieel-Economische Tijd