Geplaatst op maandag 03 maart 2003 @ 00:12 , 6869 keer bekeken
In de klassieke mythologie is Aphrodite een van de aantrekkelijkste figuren. Haar naam roept het beeld op van de ideale vrouwelijke schoonheid, maar herinnert evenzeer aan de duistere kracht van de hartstocht. In het geloof van de Grieken zorgt Aphrodite voor de seksuele aantrekkingskracht. Aan haar is het genot van de liefdesdaad te danken. Bovendien zorgt zij elk jaar voor de wedergeboorte van de natuur. Zelf is Aphrodite voortdurend verliefd, zij zet haar echtgenoot, een kreupele smid, niet minder dikwijls hoorns op. Toch wordt zij in de antieke wereld vereerd als een godin, een cultus die soms de vorm van tempelprostitutie aanneemt. Talloos ook zijn de kunstenaars die Aphrodite en haar minnaars uitgebeeld hebben.
Venus Anadiomène - Ingres
De figuur van Aphrodite is alleen te begrijpen met enige kennis van de klassieke mythologie. In de opvatting van de Grieken hebben de goden menselijke trekken, zij worden bewogen door dezelfde passies. Van de mensen verschillen zij door hun onsterfelijkheid en hun bovennatuurlijke krachten. Maar beter of slechter dan de mensen zijn ze niet.
De geboorte van Aphrodite is het gevolg van een gewelddadige gebeurtenis. In die chaotische tijd zijn hemel en aarde nog niet gescheiden. Oeranos, de heerser van de hemel, paart onophoudelijk met Gaia, bekend als Moeder Aarde. Om de kinderen uit haar schoot te bevrijden, geeft Gaia aan haar jongste zoon, Kronos, de opdracht Oeranos te castreren. Wat gebeurt. De hemel trekt zich brullend terug. Zijn geslachtsorgaan valt in zee. Uit het schuim dat zich er omheen verzamelt, wordt een jonge vrouw geboren, Aphrodite. Het Griekse woord aphros betekent zoveel als zeeschuim.
Eerste cultusplaats
Aphrodite rijst naakt uit de zee op. In een grote schelp weet zij het eiland Cyprus te bereiken, waar zij aan wal gaat. Overal waar zij voorbijkomt, ontspringen uit haar voetafdrukken gras en bloemen. De Cyprioten menen tot vandaag de plek te kennen, waar Aphrodite uit de branding opgerezen is: de zogenoemde Rots van de Grieken, 25 km ten zuidoosten van de stad Paphos. Het is een fraaie plek, waar een massieve rotsblok een stukje in de zee steekt. Geen toeristische bus die er niet even zal stoppen. Elders op het eiland is er ook het Bad van Aphrodite, niet meer dan een poel in een spelonk. Door daar te baden zou
Aphrodite haar schoonheid behouden hebben.
Het is op Cyprus dat Aphrodite in de Griekse wereld haar eerste cultusplaats krijgt, als godin van de liefde en de schoonheid. In de oude koningsstad Paphos wordt zij met vreugde ontvangen door de zogenoemde Horai, die de drie seizoenen voorstellen, de lente, de zomer-herfst en de winter. De naakte Aphrodite krijgt er prachtige gewaden, wordt gekroond met een gouden diadeem, getooid met kostbare snoeren om de hals en de boezem. Zij wordt opgenomen in het pantheon van de Olympische goden. Maar haar schoonheid speelt haar meteen parten; elke god wenst haar als echtgenoot te hebben. Oppergod Zeus haast zich haar aan de kreupele smid en halfgod Hephaistos uit te huwen. Vanuit Paphos verspreidt de cultus van Aphrodite zich over de ganse Griekse wereld. Ook de Romeinen betuigen haar, onder de naam Venus, de eer die haar als godin toekomt.

Veel minnaars
Het huwelijk van de godin met de kreupele, aartslelijke smid Hephaistos is allesbehalve gelukkig. De jonge godin, aan wie niets menselijks vreemd is, troost zich met een heel stel minnaars, zowel goden als stervelingen. Zij worden de vaders van haar vele kinderen. Een van haar favoriete vrijers is de oorlogsgod Ares, bij de Romeinen Mars genoemd. Hoewel de Grieken Ares niet mogen, wordt het overspel van Aphrodite met hem niet afgekeurd. De buitenechtelijke dochter Harmonia, die uit hun liaison is voortgekomen, heeft immers het talent de grootste tegenstellingen te verzoenen. Aphrodite geeft haar gunsten ook aan Dionysos, de uitvinder van de wijngaarden. Uit hun gestoei wordt Priapos geboren, een jongen voorzien van een obsceen groot geslachtsorgaan. De bekendste natuurlijke zoon van Aphrodite is echter Amor, ook Cupido of Eros genoemd. Deze liefdesgod wordt al sinds de 4de eeuw voor Christus voorgesteld als een gevleugeld kind. Hij vormt samen met zijn moeder een bijna onafscheidelijk koppel. Met zijn pijlen kan Amor de harten van eender wie in vuur en vlam zetten. Hij is echter wispelturig en ongehoorzaam. Dat zijn onverwachte tussenkomsten tot emotionele toestanden kunnen leiden, laat zich raden.
Aphrodite is, in al haar erotische gulzigheid, vooral op de welgeschapen jongen Adonis verliefd. Zij moet Adonis echter delen met een andere godin, Persephone. Als blijkt dat Adonis meer tijd bij Aphrodite dan bij Persephone doorbrengt, wordt Persephone razend. Persephone overtuigt Ares om Adonis, met wie Aphrodite hem bedriegt, te doden. Wat gebeurt. Aphrodite neemt wraak, en wel via alle vrouwen. Zij brengt jaloersheid in het hart van de ene vrouw, en mannengekte bij de andere. De schoonheid en de liefde waar Aphrodite voor staat, blijkt ook kwalijke kanten te hebben. Uiteindelijk mag Adonis, komend vanuit de onderwereld, een keer per jaar Aphrodite opzoeken. Dan is het lente.

Giovanni Battista Tiepolo - Allegorie met Venus en de Tijd
Machtig in de liefde
Voor de gelovige Grieken is Aphrodite niet zomaar een literaire figuur, maar een werkelijk bestaand en machtig goddelijk wezen, dat de liefde stuurt naar eigen goeddunken. Het is in die zin dat klassieke auteurs als Homerus, Sappho van Lesbos, Plato en vele anderen over haar schrijven. De Griekse tragedieschrijver Sophocles, die leeft in 5de eeuw voor Christus, laat in zijn Antigone een koor zingen:
Onoverwinnelijke Liefde, die nachtenlang waakt bij meisjesgezichten
Wie je benadert, hou je in je ban
Arm of rijk
Je gaat zelfs over zee
Niemand van de onsterfelijken is aan jou ontkomen
Noch enige sterveling uit het harde bittere leven
Jij, schone bloem, naast jou vervliegen logica en verstand
Vluchtig en snel.
Aphrodite is als godin in staat de loop der dingen te wijzigen. Daarom moet zij ook gunstig gestemd worden. De vrouwen en mannen die haar niet in eren, vergaat het slecht. De vrouwen van het eiland Lemnos bijvoorbeeld, die haar hebben verwaarloosd in hun erediensten, worden door Aphrodite gestraft. Zij krijgen zon walgelijke lijfgeur dat hun mannen afkerig van hen worden. Als de dochters van de koning van Cyprus op een bepaald ogenblik weigeren Aphrodite te eren, dwingt de godin de meisjes tot een rituele vorm van prostitutie. De tempelprostitutie zal in Cyprus een soort staatscultus worden. Deze en andere mythologische anekdotes wijzen erop dat de figuur van Aphrodite wellicht uit Klein-Azië afkomstig is. Met name in Fenicië en Syrië bestaat er een vruchtbaarheidsgodin onder de naam Astarte of Isjtar. De tempelprostitutie bestaat er reeds lang voordat zij in Cyprus wordt geïntroduceerd.
De betaalde liefde is in het antieke Griekenland overigens een wijdverbreid fenomeen. Er zijn concubines, courtisanes en prostituees. Een concubine leeft in het huis van de man bij wie zij hoort, ook als de man getrouwd is. Meestal is de concubine een mooie slavin. Een courtisane, ook haetere genoemd, is een ongehuwde vrouw die in vrijheid leeft. Zij verdient haar geld door haar erotische diensten aan mannen aan te bieden. De meeste concubines leven in welvaart, omdat ze gewoonlijk voor een onbepaalde tijd door een rijke man onderhouden worden. Omdat veel van deze vrouwen intieme contacten hebben met eerbiedwaardige politici, kunstenaars, dichters en filosofen, worden hun namen in de antieke literatuur ook samen met dergelijke invloedrijke mannen genoemd. Zo zijn de relaties bekend geworden van de grote beeldhouwer Praxiteles met de courtisane Phryne, van de blijspelschrijver Menandros met Glykera, van
Epicurus met Leontion.
De veel goedkopere prostituees zijn slavinnen die voor iedereen ter beschikking staan. In Athene werken zij vooral in de wijken Keramicus, waar ook de pottenbakkers wonen, en in de Wijk van de Graftomben Buiten de Muren. Een prostituee vraagt voor haar diensten een enkele obool, wat zelfs een slaaf kan betalen. Hun inkomsten moeten de prostituees grotendeels afgeven aan hun eigenaars, die daar schatrijk mee worden. Niet de prostituees, maar de pooiers worden in het antieke Griekenland geminacht. Er geldt ook een prostitutiebelasting.

Tempelprostitutie
In de Griekse wereld gaat de prostitutie terug op de tempelsprostitutie. De tempelslavinnen, die beschouwd worden als gewijde vrouwen in dienst van de godin Aphrodite, prostitueren er zich bij wijze van godsdienstige plicht. Het gaat meestal om jonge meisjes, die door hun ouders aan de godin geschonken zijn, of door de priesters gekocht. Voor alle duidelijkheid, het is voor een vrouw helemaal geen schande tempelprostituee te zijn.
Op Cyprus is de belangrijkste cultusplaats van Aphrodite het oude Paphos, het huidige Kouklia. In de oudheid worden er elk jaar, rond half april, op het tijdstip waarop de natuur volop ontwaakt is en bloeit, gedurende vier dagen de Aphrodisia-feesten gehouden. De feesten symboliseren het kortstondige weerzien van de godin Aphrodite met haar minnaar Adonis. De pelgrims, van wie velen zelfs van buiten Cyprus komen, trekken samen in een stoet naar de tempel van Aphrodite. Op de tweede dag nemen degenen die geïnitieerd willen worden, een bad in de nabijgelegen zee. De derde dag wordt in de tempel doorgebracht met het offeren van bloemen, vruchten en zaden aan de godin. De vierde dag is de dag waarop de inwijding in de mysteriën plaatsvindt. In ruil voor een geldstuk ontvangt de gelovige een handvol zout, als symbool van de geboorte van Aphrodite uit het zeeschuim. Bij het invallen van de nacht worden de feestelijkheden afgesloten met een fakkeloptocht.
Daarna vieren de deelnemers, gekroond met narcissen en mirte, hun geheime erediensten. Jonge meisjes gaan op een rij bij de ingang van de grote tempel van Aphrodite zitten, terwijl de mannen heen en weer lopen om hun keuze te maken. De mannen werpen een geldstuk in de schoot van de gekozene - die niet mag weigeren - en nodigden haar uit om hen, in naam van de godin, te volgen. Tegelijkertijd wordt in de tempel het heilige huwelijk gevierd tussen de hogepriester van Aphrodite, die Adonis belichaamt, en een priesteres die de rol van Aphrodite speelt.
Deze riten worden niet voor losbandig gehouden. Zij herinneren veeleer aan oude cultussen die de vruchtbaarheid van de akkers moeten verzekeren. Met de terugkeer van de lente, en daarmee de hernieuwing van het dierlijke en plantaardige leven, is het bedrijven van de liefde zowel een symbool als een zoenoffer. De gelovigen verwachten dat Aphrodite, in ruil voor de gebrachte offers, hun oogst en kudde zal beschermen.
Gedurende eeuwen al wordt Aphrodite in Cyprus als go-din vereerd. In het Nationaal Museum van Cyprus, in de hoofdstad Nicosia, worden enkele vroege beelden en koppen van Aphrodite bewaard, ze stammen uit de vierde eeuw voor Christus. Men kan in Paphos en op andere archeologische plaatsen in Cyprus nu nog eeuwenoude vloermozaïeken met voorstellingen van Aphrodite zien. De mozaïeken stammen uit de klassieke oudheid. Hoezeer de verering van de godin in Cyprus ingeburgerd was, bewijst het volgende. De eerste christenen in Cyprus zetten bij de huizenbouw de traditie van vloermozaïeken verder, maar Aphrodite en haar mooi vriendje Adonis worden vervangen door de maagd Maria, met op haar schoot Christus als kind. Een doeltreffende strategie die recuperatie genoemd wordt. In de bijbel zal uiteindelijk niet Maria, de Onbevlekte, maar Maria-Magdalena de vrouwelijk zinnelijkheid symboliseren.
Er is in de oudheid nog een andere stad in Griekenland beroemd, zo niet berucht om de cultus van Aphrodite: Korinthe. De havenstad Korinthe ligt aan de korte landengte die de Peloponnesos van het Griekse vasteland scheidt. De landengte, isthmos, is in die tijd nog niet met een kanaal doorgraven. De scheepsvrachten worden aan de ene kant van de landengte gelost, de boten uit het water gehesen, over enkele kilometers over land gesleept, en aan de andere kant van de landengte weer te water gelaten. Een stukje van die overtoom is bewaard gebleven. Korinthe is gedurende eeuwen wat de grote havensteden van de wereld nu zijn: een oord van vertier. Een oud Grieks spreekwoord zegt: Niet iedere man kan zich een uitstapje naar Korin-thos veroorloven. Het gezegde slaat niet op de reiskosten, maar op het geld dat de bezoeker kwijt raakt als hij er van de betaalde liefde wil proeven.
Net als in Paphos is Aphrodite in Korinthe de stadsgo-din. Resten van haar heiligdom kan men vandaag nog zien op de hoge rotsheuvel die de stad en de haven domineert. De top van de heuvel is sinds de Middeleeuwen ingenomen door een indrukwekkende citadel. Aphrodite placht elke avond de heuvel af te dalen, in gezelschap van een hele schare dienaressen, om de mannen beneden troost te brengen. In de antieke literatuur komen wel meer verzinsels voor. Waarschijnlijker is dat de mannen zelf de klimpartij hebben ondernomen, even moeizaam als begerig. In Korinthe heeft de Aphrodite-tempel als een groot eroscentrum gefungeerd. Er moet een duizendtal courtisannens en tempelpriesteressen aan het werk geweest zijn.

Schoonheidsmodel
Ondanks dat alles geniet Aphrodite in de oudheid een goede faam. Erotiek en seksualiteit hebben bij de antieken geen dubieuze bijklank. Seksuele taferelen worden op vazen en bronzen spiegels vrijmoedig afgebeeld. De grootste beeldhouwers hebben voorstellingen van Aphrodite gemaakt, vooral sculpturen in marmer. Vele daarvan zijn in de loop van de eeuwen verloren gegaan, of door de latere, veel puriteinser christenen kapotgeslagen. Sommige beelden zijn alleen bekend gebleven dankzij kopieën, gemaakt tijdens de Romeinse oudheid.
Voor de Griekse vrouwen zijn de sculpturen gemaakt van Aphrodite het ideale model van schoonheid geweest, net zoals vandaag sommige meisjes en jonge vrouwen zich spiegelen aan mannequins, film- en popsterren. In de oudheid kapt de Atheense vrouw haar haar in fraaie krullen, die boven of achter op het hoofd vastgestoken worden. De jongere meisjes houden hun haarlokken bij elkaar met linten, zodat hun voorhoofd vrij blijft. Zo wordt Aphrodite ook dikwijls voorgesteld.
Er bestaan voorstellingen van Aphrodite vanaf de zevende eeuw voor onze jaartelling. Op dat ogenblik is de godin nog niet naakt, zij verschijnt als een rijkgeklede en rijzige gestalte. Pas vanaf de vierde eeuw voor Christus ontstaan in Griekenland levensgrote beelden van de naakte liefdesgodin, die op het punt staat een bad te nemen. Een uitermate invloedrijke voorstelling van het vrouwelijk naakt is de zogenoemde Aphrodite van Knidos, een beeld gemaakt door Praxiteles omstreeks 340 voor Christus. Het werk is verloren gegaan, maar er zijn tal van antieke kopieën van bewaard.
Bekend is dat de courtisane Phryne model voor Praxiteles heeft gestaan. Er is een tekst van Phryne gericht aan Praxiteles overgeleverd, waarin de courtisane schrijft: Slechts een enkel groot plezier heb je me nog niet gedaan: naar me toe komen en je naast me neervleien, dicht tegen elkaar, hier in dit heiligdom waar je mijn beeld hebt neergezet, samen met Aphrodite en Eros. Hoe zouden we de goden kunnen beschamen, die wij samen gemaakt hebben?
In dit verhaal mag het beeldhouwwerk dat de Venus van Milo wordt genoemd, niet ontbreken. Het beeld, 202 cm groot en gekapt uit marmer, is een van de pronkstukken van het Louvre in Parijs. Deze Aphrodite is in 1820 op het Griekse eiland Melos gevonden. Het ongelofelijk tere oppervlak, en de eigenaardige versmelting van vorm en uitdrukking hebben de Venus van Milo wereldberoemd gemaakt. De maker van het beeld is onbekend. Het beeld stamt uit een hellenistisch atelier, het is gemaakt om-
streeks 120 voor Christus. De liefdesgodin treedt niet naakt op, maar stijgt met haar lichaam als het ware op uit haar rijkelijk geplooide gewaad.
In het Nationaal Archeologisch Museum in Athene kunnen enkele andere Aphrodite-beelden bewonderd worden. Zo de beeldengroep waarin Aphrodite, samen met Amor, in gezelschap is van de god Pan. Nou ja, in gezelschap. De oerlelijke god Pan, voorzien van horens en bokkenpoten, heeft de gewoonte voortdurend achter een of andere nimf aan te zitten. Zijn libido is alom bekend. Maar in de smaak van Aphrodite valt hij geenszins. De godin wijst hem af,
dreigend met een sandaal. Amor grijpt hem bij zijn horens. In een ander beeld, dat sinds jaar en dag opgesteld staat op de binnenkoer van het museum in Athene, lijkt Aphrodite net uit haar bad te komen. Zij voelt zich bespied. Met haar linkerhand houdt zij een badhanddoek voor haar schaamstreek, met de rechterhand beschermt zij haar boezem. Dit witmarmeren beeld, met een roos vlekje tussen de hals en de boezem, is een Romeinse kopie van een Grieks origineel, ook al uit de eerste eeuw voor onze jaartelling.
Giulio Cesare Procaccini - Venus & Amor
Dood en herboren
Rome zal Aphrodite van de Grieken overnemen onder de naam Venus. Na de Romeinse tijd deemstert de figuur van Aphrodite/Venus weg. Voor de christenen is Aphrodite veel te wulps. Kerkvader Aurelius Augustinus levert in de 5de eeuw zware kritiek op het zogenoemde amorele karakter van de heidense goden. In de Middeleeuwen is Aphrodite helemaal uit de kunst verdwenen. Zij duikt pas duizend jaar later weer op, met de Renaissance. Het is het tijdperk met een gedachtegoed waarin de mens centraal komt te staan. Aphrodite, of liever Venus, verschijnt opnieuw als personage in de schilderkunst. Echter niet als een godin, maar als een literaire figuur die de kunstenaars aangrijpen om een hommage te brengen aan de vrouwelijke elegantie, behaagzucht en erotiek.
Het wereldberoemde schilderij "De Geboorte van Venus" van Botticelli, geschilderd omstreeks 1485 en bewaard in het Uffizi in Florence, is een van de vroegste pogingen om zon ideële schoonheid te scheppen. Vanaf dan zal een hele reeks oude meesters, op een enkele uitzondering na allen mannen, Venus schilderen in al haar glorie. Het is opvallend dat Aphrodite pas vanaf de Renaissance en tijdens de daarop volgend Barok nu eens met haar man Hephaistos, dan weer met al haar minnaars uitgebeeld wordt. Vooral Ares, alias Mars, en Adonis zijn in trek.
In de 17de eeuw vinden rijke adellijke opdrachtgevers het fijn, hoe lelijk zij ook eventueel mogen zijn, als Adonis en Aphrodite te poseren voor een portretschilderij.
In de loop van de eeuwen is er veel erotische poëzie geschreven geworden. Maar de verzen geschreven door Sappho van Lesbos, een Griekse dichteres die rond 625 voor Christus is geboren, blijven onovertrefbaar. Zon 2.600 jaar geleden schrijft Sappho:
Wees een ware vriend
Laat mij liefde in je ogen lezen.
Het is een versregel die werkt als een afrodisiacum.
Bron: Bert Popelier, 26-02-2003, De Financieel-Economische Tijd