Bestialiteit in de mythologie

Geplaatst op zondag 11 mei 2003 @ 16:27 , 2866 keer bekeken

Als we bestialiteiten in de mythologie gaan behandelen, stuiten we meteen op een volgend probleem. Het komt namelijk niet zelden voor dat een god in de gedaante van een dier seks heeft met een mens. Hierbij denken we meteen aan Zeus, die in allerlei gedaantes vele vrouwen bevrucht heeft, maar ook andere goden hebben in dierlijke gedaante seksuele handelingen bedreven met de mens. Omdat dit verschijnsel op zichzelf heel interessant is en omdat het in de perceptie van de mens die de seksuele handeling ondergaat, gaat om een dier, heb ik besloten om dit verschijnsel toch te behandelen, hoewel het in feite niet gaat om een seksuele handeling tussen een mens en een dier, maar tussen een mens en een god. Laten we dit probleem dan ook maar meteen bij de horens vatten. Uit de mythologie zijn ons talloze verhalen bekend van goden die in dierengedaante de mens seksueel benaderd hebben. We kennen Zeus, die Leda als zwaan, Europa en Asteria als adelaar, een Thracische meid als slang en Helle als Ram benaderd heeft, maar ook Poseidon, die Arne als een stier en de dochter van Deucalion als een dolfijn bevrucht heeft en Kronos, die Philyra als paard benaderd heeft. Het is dus geoorloofd dat we ons afvragen waar die fascinatie van de oude Grieken voor seks tussen mens en dier vandaan komt. Dekkers (1992) vermoedt dat de dieren uitgekozen zijn op hun viriliteit en dat ze daarmee symbool moesten staan voor de macht en kracht van de goden. Hij verduidelijkt dit met het voorbeeld van Leda en de zwaan. De zwaan is niet alleen een prachtige, statige vogel, hij blijkt ook als een van de weinige vogels te beschikken over een orgaan dat de vergelijking met de penis doorstaat, sterker nog, de "penis" van de zwaan heeft een behoorlijke omvang. Toch lijkt dit gegeven niet alles te verklaren, ook al schuilt er zeker een kern van waarheid in. Er zijn namelijk dieren die nergens opduiken, terwijl ze toch bekend staan om hun statigheid of omvang van de penis. Hierbij kun je denken aan de beer, de leeuw of de ezel. Daarnaast wordt soms een paring beschreven, waarvan nu niet bepaald de vonken afspringen, neem nu bijvoorbeeld de paring van Zeus met een Thracisch meisje in de vorm van een slang. Moeten we dan toch onze toevlucht nemen tot een psychoanalytische verklaring en menen dat er een universeel verlangen van de mens is naar dieren en dat dit weggedrukte verlangen tot uitdrukking komt in de mythologie? Hoe verleidelijk dit ook is, toch ben ik hier geen voorstander van, omdat ik me niet kan voorstellen dat er een universeel verlangen is in de mens om seks te hebben met een dier. Dit verlangen zou namelijk geen voortplanting ten gevolge hebben en dus evolutionair gezien al miljoenen jaren gelden de kop ingedrukt zijn, zelfs al voordat de mens als soort bestond. Naar mijn mening moet de verklaring veel eerder gezocht worden in een eerdere fase van de godenverering. In veel primitieve culturen zien we namelijk de verering van dieren als goden, wat natuurlijk helemaal niet zo gek is in een cultuur die nog zozeer beheerst wordt door de nukken van beesten. Ook in de Griekse mythologie zijn hiervan nog sporen te vinden in de verbinding van bepaalde goden aan dieren (denk aan Zeus met de adelaar of Poseidon met het paard). Verder zien we in veel primitieve culturen dat deze goden toenadering zoeken tot de mensen, er is dan dus sprake van bestialiteiten. In Egypte zien we dit geloof terugkomen in de Mendescultus, waarbij vrouwen seks bedreven met geiten. In Griekenland zelf werden waarschijnlijk seksuele handelingen verricht met slangen in de Aesclepiusheiligdommen. Er zullen dan ook talloze verhalen zijn geweest van vrouwen die bevrucht werden door een "diergod". Deze mythen zijn dan waarschijnlijk later ingebed in de Griekse mythologie zoals die aan ons bekend is. Op deze manier zijn ook andere benaderingsvormen van de goden te verklaren als afkomstig uit een vroegere verering. Hierbij denk ik aan de vlam en de gouden regen (ook regen en vuur werden als goden vereerd), waarin Zeus zich verandert om respectievelijk Aegina en Danae seksueel te benaderen. Naast deze semi-bestialiteiten is er in de mythologie ook sprake van een echte bestialiteit, ook al is er ook in dit verhaal een god in het spel. Ik heb het hier over het verhaal van de vrouw van Minos, Pasiphaë, die door de wraak van Poseidon verliefd geworden was op een stier, een gift van Poseidon aan Minos, die Minos niet wilde offeren. Het verhaal gaat dat Daidalos een kunstkoe gemaakt heeft voor Pasiphaë, waarin zij is gaan zitten. Toen de stier deze koe besprong, bevruchtte hij in werkelijkheid Pasiphaë. Het is opmerkelijk dat deze paring een hybride figuur, de Minotaurus, half mens half stier, als vrucht heeft, terwijl de voorgaande paringen, waarbij het dier eigenlijk een god was, allemaal volwaardige mensen of halfgoden als vrucht hadden. Er is dus absoluut een verschil tussen seks bedrijven met een god in de gedaante van een dier en met een dier. Robson (1997) beweert echter dat het verschil in vrucht voortkomt uit het verschil in benadering van het dier door de vrouw. Pasiphaë is werkelijk verliefd op de stier, terwijl de voorgaande vrouwen allemaal min of meer verkracht werden door de godheid. Ik denk dat dit onderscheid echter niet te maken is, omdat ook Europa werkelijk verliefd lijkt te worden op de witte stier, de vorm waarin Zeus haar benaderd, maar toch normale wezens baart, onder meer koning Minos. Samengevat kunnen we dus stellen dat er in de Griekse mythologie veel bestialiteiten voorkomen. De hier genoemde lijst is zelfs verre van uitputtend. Dit fenomeen moeten we misschien verklaren uit het feit dat de Griekse mythologie nog dicht staat bij een primitieve religie, waarin dieren als goden vereerd werden. Daarnaast hebben we gezien dat er een formeel onderscheid gemaakt moet worden tussen werkelijke bestialiteit en bestialiteit, waarin het dier eigenlijk een godheid is. In het eerste geval is de vrucht van de paring een monster, maar in het tweede geval is de vrucht een held of zelfs een halfgod. Dit gegeven is later belangrijk als we moeten gaan bepalen wat de houding van de Grieken en Romeinen tegenover bestialiteiten is. Uit de Romeinse wereld is mij één voorbeeld bekend van bestialiteiten, dat niet de Romeinse versie is van een Griekse mythe. Het gaat over een verhaal dat Suetonius vertelt in zijn Vita Augusti. Hoewel dit verhaal gaat over de moeder van Keizer Augustus, vind ik toch dat het door zijn mythische karakter het beste hier behandeld kan worden. Volgens dit verhaal is de moeder van Augustus, Atia, zwanger geraakt nadat een slang in de Aesclepiustempel haar in de slaap seksueel had benaderd en gebeten. Dit verhaal toont opvallende overeenkomsten met de verhalen van Griekse goden die vrouwen in dierenvorm benaderen: de vrouw wordt overrompeld en de vrucht van de paring is een held of misschien zelfs wel een halfgod. Het is dan ook wel duidelijk dat deze mythe gemaakt is om het gezag van Augustus te legitimeren door hem te conformeren aan de Griekse helden. Uit dit verhaal blijkt tevens dat de Romeinen niet afkerig waren tegenover de bestialiteiten in de Griekse mythologie, maar deze verhalen zelfs gebruikten om hun eerste keizer, en daarmee het keizerschap te legitimeren. Bron: http://www.kun.nl/soda/obsodamiter/26december/bestialiteiten.htm


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: