Diana en Endymion van Gerard Lairesse

Geplaatst op zondag 25 augustus 2002 @ 00:31 , 1059 keer bekeken

Ovidius beschrijft in zijn Metamorphosen het onderwerp van Endymion en Diana. Diana is de dochter van Apollo. Zij wordt beschouwd als godin van de maan en van de jacht. Als attributen draagt ze vaak een pijlkoker en boog. Diana beheerst de maan en alles wat er 's-nachts leeft. Ze beschermde vooral de vrouwen en verdedigde hen tegen kwaad en stond hen bij tijdens hun bevalling. Met mannen liet ze zich nooit in en dat eiste ze ook van de nimfen die haar achtervolgden. Diana staat daarom vaak voor de kuisheid. Endymion is de koning van Elis en zoon van Zeus, een jeugdige en mooie jager of herder en geliefde van Diana. Hij sliep een eeuwige slaap, omdat Diana het niet kon velen dat hij eens zou moeten sterven, zij placht hem 's-nachts ongezien te bezoeken. Diana zou Endymion hebben doen inslapen vanwege haar voorkeur voor een kuise liefde. Een ander verhaal vermeldt dat Endymion aan Apollo of Diana heeft gevraagd om die eeuwige slaap, opdat hij zijn schoonheid niet zou verliezen. Een ijdele reden dus. Lairesse, Gerard (1640 - 1711) Gerard ontving zijn schildersopleiding (en ook lessen in muziek en poëzie) van zijn vader Reinier Lairesse, tezamen met zijn drie broers. Zijn vader legde zich in de loop van zijn carrière steeds meer toe op het imiteren in verf van marmer en andere steensoorten. In 1660 vertrok Gerard Lairesse voor een korte periode naar Keulen. Hij zou aldaar een 'Martyrium van de heilige Ursula' hebben geschilderd en daarmee dermate de jaloezie van zijn collega's hebben opgeroepen dat hij gedwongen was naar Luik terug te keren. In 1664 was hij genoodzaakt te vluchten in verband met een uit de hand gelopen liefdesaffaire; hij vestigde zich in Utrecht. Al gauw werd zijn talent ontdekt door de Amsterdamse kunsthandelaar Gerard Uylenborgh. Toen deze, aldus Houbraken, enkele schilderijen van Lairesse onder ogen kreeg, vertrok hij diezelfde dag nog naar Utrecht 'om dat die Haas hem niet ontslippen zoude'. Lairesse toonde zijn vaardigheid aan Uylenborgh door in een halve dag een 'Kintje, 't Maria en Josefs tronietje en een Ossekopje' te schilderen, waarbij hij zijn penseel en palet af en toe verwisselde voor een viool om nieuwe inspiratie op te doen. Lairesse werkte slechts kort voor de Amsterdamse kunsthandelaar, waarna hij een eigen 'winckel' begon. Hij bouwde een buitengewoon productief en succesvol atelier op. In het huis van Lairesse vonden de bijeenkomsten plaats van het geleerde literaire genootschap 'Nil volentibus Arduum'. Hij illustreerde ook een aantal boeken. Tot zijn opdrachtgevers behoorden behalve belangrijke Amsterdamse regenten ook stadhouder Willem III. Daarnaast maakte hij schilderijen voor Amsterdamse overheidsinstellingen en schilderde hij diverse decors voor de schouwburg van de hoofdstad. Eind 1689 begon zijn gezichtsvermogen af te nemen. In het daaropvolgende jaar werd hij volkomen blind. Noodgedwongen moest hij de kost verdienen met het geven van lessen in de kunsttheorie. Zijn ideeën publiceerde hij met behulp van zijn zonen in twee tractaten: Grondlegginge ter teekenkonst (1701) en Groot schilderboek (1707). Deze werken hadden veel invloed en werden in tal van talen vertaald.


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: