Susanna en de verstolen blik:voyeurisme en schilderkunst

Geplaatst op zaterdag 30 augustus 2003 @ 16:04 , 2369 keer bekeken

Gluren is van alle tijden, en het publieke onbehagen over collectief voyeurisme lijkt steeds sneller te verdwijnen. Waarom bezit voyeurisme zo'n geheime aantrekkingskracht en wat verwachten we eigenlijk te zien?
Guido Reni - Susanna & de ouderen
Halverwege zijn filosofische hoofdwerk "Het zijn en het niets" beschrijft Jean-Paul Sartre de schaamte van de man die op een hotelgang door een sleutelgat loert en daarbij plotseling wordt betrapt. Die schaamte, aldus Sartre, heeft niet alleen betrekking op zijn geniepige gedrag, maar vooral op de ontdekking dat hij vanaf dat moment geen vat meer heeft op de wijze waarop de ander hem ziet. «Het is de schaamte die me de blik van de ander onthult en mijzelf aan het eindpunt van die blik», aldus Sartre. Hij is «de voyeur», het mannetje met het minne geheim dat nu voor minstens één toeschouwer geen geheim meer is. Zo vanzelfsprekend is ons gluurgedrag nu ook weer niet, al geven we ons er massaal aan over. De schaamte daarover was vermoedelijk een van de belangrijkste drijfveren achter de heftige discussies die overal losbarstten waar het TV-programma "Big Brother" werd uitgezonden. Even snel als ze oplaaiden, doofden ze weer, om gevolgd te worden door academische studies over de vraag waarom "Big Brother" nu eigenlijk zo'n succes was geweest. Onbeantwoord blijft intussen de vraag waarom het publieke onbehagen over zoveel collectief voyeurisme zo snel kon verdwijnen. En misschien nog wel meer waarom voyeurisme zo'n geheime aantrekkingskracht bezit en wat we met onze verstolen blik eigenlijk verwachten te zien.
Allessandro Allori - Susanna en de Ouderen
Er wordt in de geschiedenis van onze cultuur veel gegluurd. Phaedra bespiedde Hippolytus, naakt in het gymnasium, en Tarquinius begluurde Lucretia bij het slapengaan. Maar de bekendste gluurders zijn wel de twee ouderlingen uit het bijbelboek Daniël die Suzanna begluren bij het baden. Het is een bewogen en tegelijk geestig verhaal over twee bedremmelde mannen die wel willen maar niet durven en na hun dagtaak als schooljongens stiekem terugsluipen naar het huis van de vrouw «over wie zij waren ontstoken», om haar naakt te zien. Waarna de vlam in de pan slaat, het verlangen gewelddadig wordt en Suzanna's deugdzaamheid - dankzij de profeet Daniël - op het nippertje kan triomferen.
Tintoretto - Susanna
Het verhaal van Suzanna werd een geliefd onderwerp voor schilders omdat het hun een ideale gelegenheid bood voor het uitbeelden van vrouwelijk naakt. Want terwijl de voyeur een blik wil werpen op het geheim van het erotische, het échte van het geslacht dat normaal gesproken kuis verborgen blijft, wil de schilder dat plaatsvervangend ook voor hém. Ook wil hij de werkelijkheid betrappen in haar meest verborgen hoek. Niet alleen de erotische; het geslacht vormt daar echter wel een mooie exemplificatie van. Met het uitbeelden van het voyeurisme van de ouderlingen schiepen de schilders tegelijk een symbool van hun eigen ambacht, verzoet door de aanblik van het vrouwelijk naakt, dat volgens de bijbel bovendien «zeer schoon» was.
Artemisia Gentileschi - Susanna en de Ouderen
Voyeurisme en schilderkunst horen bij elkaar. Het eerste is een intensieve manier van zien, en wát het wil zien is het naakt en liefst ook nog de daad. De schilder wil van zijn kant de wereld laten verschijnen zoals ze zich nog nooit heeft getoond en het erotische is bij uitstek datgene wat zich zelden laat zien. Daarom hangt rond elke onthulling een broeierige sfeer van opwinding. Niet alleen bij de voyeur, maar ook in de kunst en zelfs bij Big Brother, waarin de erotiek vanaf het begin een belofte leek en dat pas werkelijk een publiekssucces werd toen zich daadwerkelijk de eerste amoureuze verwikkelingen begonnen af te tekenen.
Rembrandt - Suzanna en de Ouderen(detail)
Rembrandt heeft Suzanna vaker dan eens geschilderd, maar vreemd genoeg komt hij aan de erotische schoonheidszucht maar spaarzaam tegemoet. Hoewel zijn Suzanna's in vergelijking tot zijn andere naakten ongetwijfeld een wat gedistingeerder indruk maken, zijn ook bij hen de bedenkingen van toepassing die ooit door een zekere A. Pels in verzen werden geuit en die door Mieke Bal in haar boek Verf en verderf werden opgediept. Rembrandt wordt door Pels de les gelezen omdat hij, Als hy een' naakte vrouw, gelyk 't somtyds gebeurde, Zou schild'ren, tot model geen Grieksche Venus keurde; Maar eer een' wascher, of turftreedster uit een' schuur, Zyn' dwaling noemende navolging van Natuur, Al 't ander ydele verziering. Slappe borsten, Verwrongen' handen, ja de neepen van de worsten Des ryglyfs in de buik, des kousebands om 't been... Het gedicht dateert van 1681, enkele tientallen jaren na Rembrandts Suzanna's, dus op esthetisch anachronisme kan het meningsverschil tussen Pels en Rembrandt niet teruggaan. Wat hier op het spel staat, is de vraag waarnaar de kunst zich moet richten en wat zij dient uit te beelden: de werkelijkheid zoals zij ís of de werkelijkheid zoals zij zou móeten zijn. Die discussie woedde in de zeventiende eeuw heftig en is eigenlijk nooit beëindigd.
Rembrandt - Suzanna (detail)
Het nabije en het echte zijn ook de twee ingrediënten die de pornografie opwindend maken en ze komen op een natuurlijke manier bijeen in het voyeurisme, dat schijnbaar in onze cultuur een rage is geworden. Waarom willen mensen voyeurisme? Omdat het het onverwoestbare zegel van de realiteit bezit. Wat verstolen wordt begluurd, speelt in principe geen toneel maar wordt in zijn achteloosheid betrapt als echt. Dat de bespiede personen geen weet hebben van de loerende blik is voor de voyeur dan ook van levensbelang. Degene die weet dat hij wordt bekeken, acteert, en daarmee wordt alles wat hij doet simulatie en rollenspel. In de openbaarheid doen we niet anders dan onze rollen acteren omdat we daarin altijd zichtbaar zijn. Dat was voor cultuurpessimisten als Rousseau reden om te menen dat de menselijke samenleving haar oorspronkelijke, onbekommerde echtheid onherroepelijk had verloren. Bij Sartre was het niet anders. Als de blik van de ander iemand van zichzelf vervreemdt, dan is hij alleen authentiek wanneer er geen ander is die hem kan zien. En die voorwaarde lijkt in de privé sfeer, die nu eenmaal de ruimte van de onzichtbaarheid is, bij uitstek te worden vervuld. Daarom gluurt de voyeur bij de buren, in de private sfeer waarin zij onbekommerd écht zijn.
Kunst die zo levensecht is dat zij realiteit wordt of minstens daarmee lijkt samen te vallen, is van oudsher de droom van elke artistieke mimesis. Daarom noemde Rembrandt dat gene wat volgens Pels «zijn dwaling» was, «navolging van Natuur». Hij schilderde zijn naakten niet - of althans niet in de eerste plaats - omdat hij de zinnen pornografisch wilde prikkelen, maar omdat hij het leven wilde betrappen zoals het was. Daarom staan juist ten aanzien van de naaktheid realisten en idealisten, zij die de wereld willen tonen zoals zij is en zij die haar willen tonen zoals zij zou moeten zijn, scherp tegenover elkaar. De laatsten zijn zieners, de eersten voyeurs.
Delacroix - Liberté (detail)
Beide kampen gebruiken het naakt, maar op verschillende manieren. De zieners voeren spacegirls op, zoals Delacroix, die op een van zijn beroemdste schilderijen - het stond jarenlang op het Franse honderdfrankbiljet - een van hen tot zinnebeeld van de Vrijheid maakt, die het volk met ontblote boezem en geheven vaandel voorgaat. Dit is het openbare naakt, dat gezien mag worden omdat het frank en smetteloos is. Delacroix is talloze keren nagevolgd, vooral in de kunst van de grote politieke ideologieën, hoe preuts die verder ook waren. Maar het monumentale naakt erotiseert niet. Het is door het eigen harnas van deugd en volmaaktheid onaanraakbaar en de troebele blik van de begeerte glijdt er machteloos langs af.
Orazio Samacchini - "Susanna al bagno"
Het realisme vist in troebeler water. Want het schone naakt moge behagen, het échte naakt windt op - en daarmee wordt Rembrandt toch nog een verkapte pornograaf. Nergens kan naakt reëler zijn dan wanneer het toevallig wordt bespied, precies omdat het er niet hoort te zijn. Het onbedoelde is de garantie van echtheid. Wanneer de naaktheid ongeposeerd in de alledaagse wereld opduikt, is het meteen dubbel zo naakt en dus dubbel zo erotiserend. Niets is opwindender dan het kieren van de huid, zelfs tussen hemd en broekband of onder een opgekropen manchet, schreef Roland Barthes in Fragments d'un discours amoureux. De verstolen blik die wordt geworpen op een achteloze onthulling van wat zich hoort te verbergen, móet wel het wezenlijke raken. Hij bespiedt het geheim van de wereld of L'origine du monde, zoals Courbet een schilderij van het vrouwelijk geslacht noemde. De opdrachtgever en eerste bezitter ervan verborg het achter een gordijn dat slechts bij hoge uitzondering werd weggeschoven. Marcel Duchamp illustreerde het geheime verbond tussen schilderkunst en voyeurisme nog indringender toen hij, in zijn installatie "Étant donnés", een tafereel met ruwweg dezelfde voorstelling als die van Courbet aan het gezicht onttrok, door een houten deur waarin twee kijkgaatjes waren uitgespaard.
Rembrandt - Batsheba (detail)
Alleen wat verborgen is, is opwindend. Niet het Ding an sich is object van begeerte, maar het «verhulde ding». De seksualiteit heeft haar kleine perversie nodig om erotiek te worden. Uitstel en verborgenheid moeten de band doorsnijden van de onmiddellijke en achteloze behoeftebevrediging. Niets is zo dodelijk voor de lust als een te grote seksuele vanzelfsprekendheid. Zelfs op het naaktstrand is het lichaam al minder erotiserend dan elders. Vandaar de preutsheid van het nudisme, vooral in zijn Duitse vorm, de Freikörperkultur, die de erotiek oplost in banale naaktheid waarnaar niemand meer omkijkt. En vandaar het onbekommerde gebruik van het monumentale naakt door vrijwel alle totalitaire, lustvijandige regimes. Maar in diezelfde ontluistering wortelt ook de melancholie van de pornografische fantasie, die aan de ene kant droomt van een onmiddellijke en alomtegenwoordige seksualiteit, maar aan de andere kant heel goed weet dat zij zichzelf in haar eigen banaliteit onmiddellijk zou vernietigen. Het erotiserende schouwspel vraagt om een omgeving waarin het nog schandalig kan zijn. Het exhibitionisme kiest daarvoor de openbaarheid, maar is afhankelijk van een openbare preutsheid die het publieke geërotiseerde lichaam niet verdraagt. Het voyeurisme kiest de private ruimte die het zelf schandaliseert door het ongerepte schouwspel met zijn blik te schenden, waardoor het pas een opwindend schouwspel wordt.
Voyeurisme en exhibitionisme zijn dan ook onmachtig om elkaar te bevredigen. Beide verlangen niet een instemmend maar een gebruuskeerd object. De exhibitionist wil de schrik van de onverhoeds overvallen voorbijganger, de voyeur de nietsvermoedendheid van de beloerde persoon. Beiden ontlenen hun lust aan de doorbreking van wet en fatsoen, met als inzet hun schaamte en als noodzakelijke bagage hun schuld. Ook hier stoot de cultuur op haar eigen onbehagen en ziet ze de gezamenlijke vervulling van de twee gespiegelde verlangens gefrustreerd, omdat aan een dergelijk onschuldig kijkspel elke lust ten onder zou gaan. Dat onbehagen vormt ook voor de voyeuristische kunst, en in haar verlengde voor de voyeurisme-tv, een niet te overbruggen barrière. Want hoezeer de kunst in haar realisme ook tracht het ongerepte uit te beelden, zij heeft een mise-en-scène nodig die het «echte» onherroepelijk tot toneel maakt. Duchamp gaf Étant donnés uitdrukkelijk de vorm van een theater, maar ook Rembrandt zette Suzanna in scène en zelfs in de pornofilm dient het gefilmde of gefotografeerde meisje of koppel officieel toelating te geven.
Dit is een bewerkte en bekorte versie van een lezing die werd gehouden voor het Studium Generale van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Door Ger Groot


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: