Deze club gaat over schoonheid en sierlijkheid in de schilderkunst en poëzie, zoals bijvoorbeeld de schoonheid van Venus en andere mytiche godinnen - tenslotte is er geen god of godin in elk van ons?
We verzamelen de schoonheid via internetbeelden en videoclips en zoeken het internet af op nieuws over - en analyses van - schilderijen, kunstenaars en tentoonstellingen. We trachten het te begrijpen, die wortels van onze cultuur. Last but not least vind je links naar andere websites over kunst en cultuur der godinnen. Ik hoop dat het jullie kan ontroeren zoals het mij ontroert, al die schoonheid. Stille dankbaarheid voor al dat mooi's.
Warme groetjes,
Calamandja.
Zie ook mijn andere kunstclub Naakten in de Kunst
Het schilderij "Aphrodite en Anchises", geschilderd door William Blake Richmond, is gebaseerd op een oude Griekse ‘Hymne op Aphrodite’, waarin wordt verteld hoe Anchises en Aphrodite de vader en moeder van Ainaias werden. Venus is de Romeinse naam van Aphrodite, de Griekse godin van de liefde.
Bij Aphrodite, die zo dikwijls de alwijze Zeus verstrikt in de liefde voor sterfelijke vrouwen, wekt Zeus uit wraakzucht het zoet verlangen op naar een sterfelijke man, opdat zij zich er niet langer op zou kunnen beroemen de andere goden en ook godinnen tot liefdesavonturen met stervelingen te hebben verlokt. Een hevig, alles verterend verlangen beving haar bij het zien van Anchises, die op de hoge weiden van het Ida-gebergte in de eenzaamheid van de natuur vertoefde bij de herders en de kudden.
Op het eiland Cyprus sloot ze zich op in haar tempel en liet zich door de Chariten baden en met geurige zalven parfumeren. In haar schoonste gewaad daalde ze neer op de Ida, en terstond volgen haar de dieren van het veld: de wolven, de leeuwen, de beren, en panters. En zij paarden zich door de liefdesdrang, die de nabijheid van de godin hun inboezemde.
Anchises zat welluidend op zijn lier te tokkelen, toen ze vóór hem verscheen in de gedaante van een jonge vrouw die kennelijk nog onervaren is in de kunsten van de liefde. Sprakeloos van bewondering keek hij naar haar op. Zij droeg een kleurrijk gewaad, spiraalvormige hangers aan de oren en prachtige kettingen om de hals.
Toen Anchises zijn spraak hervonden had, vroeg hij of ze soms een godin of een nimf was en hij beloofde rijke offers, als ze hem gezien wilde maken onder de mensen, tot een rijk man met een stel gezonde kinderen, die op hoge leeftijd sterft, geprezen door heel het volk.
Maar de godin van de liefde stelt hem gerust: ze is een gewone sterveling. Otreus, zegt ze, heet haar vader, heerser over het wijnrijke Phrygië, het grensland van Troje. De taal van de Trojanen kent ze van een Trojaanse vrouw, die haar als kind verzorgde. De god Apollo ontvoerde haar uit een reidans van meisjes naar deze gewesten, zeggend, dat ze zou rusten in de armen van Anchises en hem prachtige kinderen zou schenken.
‘Liefde heb ik nog niet gekend, voer mij dus thans naar uw ouders en broers, en zend een bode naar mijn vader en moeder, zij zullen u een rijke bruidsschat zenden. En laat ons dan een heerlijke bruiloft vieren.’
Meteen is Anchises volledig in haar ban. Een wild liefdesverlangen wordt in hem wakker, hij belooft alles te zullen doen wat ze vraagt, hij kan niet meer nadenken, hij stelt geen verdere vragen, hij wil verder niets weten: zozeer is hij hals over de kop vervuld van een allesverterende liefdesdrang.
… En de geraffineerde Aphrodite, zij laat zich als een schroomvallige maagd aan zijn hand naar binnen trekken, de ogen kuiselijk neergeslagen. Ze weerstreeft echter niet, als de vurige minnaar haar alles ontneemt, wat niet tot haar geboortekleed behoort …
Tegen de avond, toen de loeiende runderen met hun herders naderden, kleedde zich de godin, terwijl de man nog in zoete slaap lag neergezonken. In haar stralende gestalte van godin wekte ze Anchises met zachte drang en vroeg of ze nog dezelfde was, als toen ze tot hem kwam.
De glans van haar goddelijke verschijning verschrikte hem. Met het hoofd onder een deken smeekte hij haar hem niet van de kracht van zijn mannelijkheid te beroven, zoals bij anderen was geschied, die met een godin sliepen (Attis, Adonis). Geen leed zal hem van haar kant geworden, hoort hij de godin zeggen, integendeel, zij zal hem een zoon schenken, Ainaias, die zal heersen over de Trojanen; uit hem zal een groot nageslacht ontspruiten.
Zelfs zou hij hem, Anchises, de onsterfelijkheid kunnen schenken, echter niet de eeuwige jeugd; zij wil hem daarom het lot van Tithones besparen, die onsterfelijk gemaakt, tot een praatziek oud mannetje ineenschrompelde. Deze liefdesroes zal voortaan bij de goden een bron van voortdurend vermaak zijn: hen kan zij nu nooit meer als vroeger plagen met hun zwakheden op het gebied van de liefde. De zoon zal ze na de geboorte laten grootbrengen bij bergnimfen met hun zware, volle boezems, over vier jaren zal ze hem komen brengen, zijn hart zal zich dan verheugen.
‘Maar één ding … verraad nooit aan een sterveling de naam van zijn ware moeder, spreek altijd van een frisse, gezonde jonge bergnimf, die hem u schonk. Doet u het toch, dan zal Zeus u treffen met de bliksem. Bewaar dus goed het geheim in uw hart, noem nooit mijn naam …’
Anchises bewaarde het geheim niet en werd gedood. Zo wil de oudste vorm van de sage, want Homerus, die Aineias’ afkomst goed kent, laat nergens de vader optreden; bij hem wordt Aineias opgevoed door een zwager Alkathoös. De latere sage vertelde, dat Anchises na de blikseminslag in leven bleef, maar dat hij voor altijd verlamd was in beide benen.
In de Griekse mythologie is Calypso een dochter van Atlas.
In Homerus' Odyssee wordt zij verliefd op Odysseus ("... zij begeerde hem tot man") en houdt hem zeven jaar bij zich op het mythische eiland Ogygia, maar zij slaagt er - ondanks een belofte van onsterfelijkheid en eeuwige jeugd - niet in hem zijn vaderland en zijn vrouw en kind te doen vergeten. Door het eensgezinde ingrijpen van de goden, meer bepaald door Athena, die Odysseus veilig thuis wenst en met tussenkomst van de bode Hermes, werd zij ten slotte gedwongen haar gevangene te laten gaan. Kalypso zou met Odysseus twee kinderen hebben: Nausithoös en Nausinoös.
De eerste vrouw in de Griekse mythologie.
In de Griekse mythologie vervult Pandora een bijzondere rol. Ze is de eerste menselijke vrouw en wordt door de god Hephaistos gevormd uit water en aarde om de mensheid te straffen. Haar naam betekent draagster van alle gaven.
In de mythe van de doos van Pandora speelt Prometheus een hoofdrol. In de oorlog tussen de Olympische goden en de Titanen kiezen enkele Titanen de kant van de Olympiërs. Een van hen is Prometheus, wat letterlijk vooruitdenken betekent. Hij voorziet dat Zeus de strijd gaat winnen en is dus zo slim om diens kant te kiezen. Na de strijd beloont Zeus de titaan door hem toestemming te geven verschillende levensvormen voor de aarde te scheppen.
Prometheus maakt met toestemming van de oppergod eerst dieren en daarna besluit hij ook rechtopstaande figuren te maken, naar het voorbeeld van de goden. Zonder dit te overleggen met Zeus besluit Prometheus de mens hierna ook de levensadem in te blazen. Zeus is ontstemd en volgens sommige lezingen is het bedrog van Prometheus er de reden van dat de oppergod niet veel moet hebben van de mens.
Prometheus heeft wel het beste voor met de mens en rooft voor hen het vuur uit de hemel. Het komt de dief duur te staan. Zeus is woedend en laat Prometheus als straf met onbreekbare ketenen vastbinden aan een rots. Iedere dag wordt zijn lever door een adelaar uitgerukt, waarna het orgaan ’s nachts weer aangroeit om vervolgens weer weggerukt te kunnen worden. Een eeuwigdurende straf. Dat is echter de bedoeling, maar na vele eeuwen wordt de titaan uiteindelijk toch bevrijd uit zijn benarde positie. De held Heracles ziet hem tijdens een van zijn omzwervingen hangen aan de rots en krijgt medelijden. Heracles schiet de roofvogel hierop neer met zijn pijl en boog en bevrijd Prometheus.
Volgens een andere lezing laat Zeus zijn vijand vrij als hij verneemt dat Prometheus een geheim kent dat zeer belangrijk voor hem is. Dit geheim is dat Zeus onttroond zal worden door een kind dat de nimf Thetis hem baart.
Pandora en het onheil van de wereld
Ook de mens wordt bestraft voor de diefstal van het vuur. Zeus geeft Hephaistos, de god van de smeedkunst, opdracht een mooi maar gevaarlijk en nieuwsgierig nieuw schepsel te maken: de vrouw. Zeus stuurt deze vrouw, genaamd Pandora, met een doos naar de mens en drukte haar op het hard nóóit in de doos te kijken hoewel hij weet dat zij haar nieuwsgierigheid nooit zal weten te bedwingen. Alle goden hebben onheilspellende gaven in de doos verborgen.
Op aarde wordt Pandora al snel opgenomen door de mannen die onder de indruk zijn van haar schoonheid. De nieuwsgierige Pandora kan zich op een dag inderdaad niet meer inhouden en besluit de bijzondere doos te openen. Uit de doos vliegen alle rampen die de mensheid sinds die tijd teisteren, zoals hongersnood, ziekte, aardbevingen en oorlog. Het onheil verspreidt zich bliksemsnel onder de mensen, die tot die tijd vrij van problemen en ziekten hadden geleefd.
Geschrokken sluit Pandora de doos weer, maar alleen de hoop zit nog in de doos als deze weer gesloten wordt. Het is de enige goede gave die in de doos verborgen was. Volgens een andere lezing moet ook de hoop beschouwd worden als een giftig geschenk.
Zondeval
De mythe van Pandora wordt soms gezien als een pre-christelijke beeld van de Bijbelse zondeval. In beide gevallen wordt de nieuwsgierigheid van de vrouw de mensheid noodlottig.
Bron: Historiek.net; doorYuri Visser - 2 november 2016, 11:15
Artemis is in de Griekse mythologie de tweelingzus van Apollo. Ze is de dochter van oppergod Zeus en Leto (godin van de duistere nachten). Artemis behoort tot de twaalf hoofdgoden die op de Olympus woonden. Bij de Romeinen is de godheid bekend onder de naam Diana.
Artemis wordt eerder geboren dan haar tweelingbroer Apollo en helpt haar moeder vervolgens bij de geboorte van haar broer.
Voor de oude Grieken was ze de berschermgodin van de kudden en het wild. Net als Apollo beschikt ze over pijlen die nooit missen. Artemis lijkt in veel opzichten op haar broer. Net als hem staat ze bekend om verstandigheid en schoonheid. Ze staat bekend als de eeuwige maagd. Hieraan is een verhaal verbonden waarbij de jonge Artemis op schoot zit bij haar vader. Als Zeus haar vraagt wat ze het liefst wil hebben antwoordt de godin: “Eeuwig maagd blijven”. Ze voegt daaraan toe dat ze ook een zilveren boog wil zodat ze altijd kan jagen. Daarnaast vraagt ze om nimfen die op haar jachthonden kunnen passen. Zeus moet lachen om de wensen van zijn dochter en besluit ze allemaal in te willigen.
Artemis en de maagdelijkheid
Artemis wil kost wat kost dat haar nimfen ook maagd blijven. Op een dag gaat dit mis als oppergod Zeus zijn oog op de nimf Callisto laat vallen. De god besluit de gedaante van zijn dochter aan te nemen om de nimf vervolgens te verkrachten. Callisto raakt hierdoor zwanger en wordt door Artemis weggestuurd. Als Hera erachter komt dat ze opnieuw door Zeus is bedrogen besluit ze Callisto uit wraak te veranderen in een berin. Als Zeus op een dag ziet dat Callisto’s volwassen geworden zoon Arcas de berin probeert te doden, krijgt hij spijt van zijn daden. Hij neemt beide van de aarde en plaatst ze aan de sterrenhemel: Callisto wordt de Grote Beer (Ursa Major) en Arcas de Kleine Beer (Ursa Minor). Dit tot woede van Hera die de watergodin Tethys om hulp vraagt. Tethys vervloekt de twee sterrenbeelden vervolgens waardoor ze altijd om de hemelpool moeten blijven draaien en nooit onder de horizon kunnen verdwijnen.
Tempel van Artemis
In de stad Efeze staat de tempel van Artemis. Het is het grootste tempelgebouw uit de oudheid en wordt tot zeven klassieke wereldwonderen gerekend. Het bouwwerk werd rond 550 v.Chr. voltooid. Van de tempel is vandaag de dag niet veel meer over. Er staan enkel nog een paar zuilen overeind.
Bron: Historiek.net
Psyche en Amor - Louis Jean François Lagrenée
Psyche is een vrouwelijke persoon uit de Griekse mythologie. Psyche was een koningsdochter en had twee zusters. Zij was de geliefde van Eros (ofwel Amor).
Psyche was zo mooi dat niemand met haar durfde te trouwen. Haar twee zussen waren beiden al getrouwd met een koninklijke prins en Psyche was nog alleen. Ze wilde niet meer zo mooi zijn, anders zou ze nooit liefde kunnen ontvangen. Haar ouders werden hierdoor ongerust en raadpleegden het orakel van Apollo. Zijn antwoord was: “De maagd is bestemd als bruid voor een onsterfelijke minnaar. Haar toekomstige man wacht op haar op de top van de berg. Goden noch mensen kunnen weerstand bieden tegen hem, die een monster is.”
Psyche zelf wilde naar de berg gaan, naar de man die door het ongelukkige lot aan haar voorbestemd was. Bij de berg aangekomen werd ze opgetild door Favonius. Ze viel in een diepe slaap en werd wakker in een bos met hoge, mooie bomen. Ze ging het bos in en kwam bij een prachtige fontein. Achter de fontein stond een kasteel, zó mooi dat het onmogelijk door mensen kon zijn gemaakt. Ze ging er naar binnen en haar verbazing werd bij alles wat ze tegenkwam groter: Gouden pilaren ondersteunden het dak en de muren waren er prachtig beschilderd. Terwijl Psyche vol bewondering rondkeek, sprak een stem tegen haar: “Onovertroffen vrouwe, alles wat u ziet is van u. De stemmen die u hoort zijn uw bedienden. Ze zullen alles doen wat u hun opdraagt. Ga nu naar uw kamer en fris u op voor het eten.”
Psyche en Cupido - Annie Swynnerton
Psyche deed wat haar gezegd werd en na een bad genomen te hebben ging ze aan tafel zitten. Het heerlijkste eten en de verrukkelijkste wijnen werden haar voorgezet. Terwijl ze at hoorde ze betoverende muziek.
Haar door het lot toegewezen man had ze echter nog nooit gezien. Hij kwam als het reeds donker was en verliet haar voordat het licht werd. Ze smeekte vaak of hij nog even kon blijven tot het licht was, zodat ze hem kon zien. Maar dat weigerde hij steeds. Hij verklaarde: “Waarom zou je me willen zien ? Twijfel je aan mijn liefde ? Heb je nog een onbevredigde wens ? Als je me zou zien, zou je misschien bang voor me worden of me adoreren. Het enige echter wat ik van je vraag is je liefde. Ik wil liever dat je van me houdt als gelijke dan dat je van me houdt als een god.”
Om deze reden hield Psyche zich een tijdje stil. Maar al snel begon ze zich ongelukkig te voelen. Ze miste haar ouders en haar zussen. Ze kon haar situatie met niemand delen. Het paleis begon als een gevangenis te voelen. Dit vertelde ze aan haar mysterieuze man. Die gaf haar toestemming om haar zussen te gaan halen. Dus haalde Favonius ook haar zussen. Ze genoten in het paleis van heerlijke baden en stelden Psyche ontelbare vragen over haar man. Psyche gaf al snel toe dat ze hem nog nooit had gezien. Haar zussen zeiden daarop dat ze zich zorgen zou moeten maken. Het orakel had immers gezegd dat het een monster was. Ze raadden haar aan het licht aan te doen als hij sliep om te kijken hoe hij eruitzag, zich te wapenen met een dolk en niet te twijfelen om zijn hoofd eraf te hakken als het een monster bleek te zijn.
Psyche ontvoerd door Amor - William-Adolphe Bouguereau
Ze gaf een tijdlang geen gehoor aan de raad van haar zussen, maar op een zekere nacht was ze zo nieuwsgierig dat ze hun advies opvolgde. De persoon die naast haar lag was echter geen monster. Hij was de mooiste der goden, met gouden krullen die langs zijn roodgekleurde wangen vielen. Hij had twee vochtige vleugels op zijn schouders, witter dan sneeuw, met glimmende veren. Toen Psyche voorover leunde om zijn gezicht van dichtbij te zien, viel een druppel olie uit haar lamp op de schouder van de god. Hij werd wakker, spreidde zijn vleugels en vloog het raam uit. Psyche, in haar poging hem te volgen, viel uit het raam. Cupido stopte even en sprak: “O domme Psyche, is dit hoe je mijn liefde terugbetaalt ? Denk jij dat ik, die mijn moeders wil heb genegeerd en jou tot mijn vrouw heb gemaakt, een monster ben en wil jij mijn hoofd afhakken ? Ga terug naar je zussen wiens advies je, in tegenstelling tot dat van mij, wel hebt opgevolgd. Ik zal je straffen door je voor altijd te verlaten. Liefde kan niet ergens wonen waar achterdocht leeft.” Nadat hij dit gezegd had, vloog hij weg en liet hij de arme Psyche alleen achter.
Toen Psyche wakker werd was ze niet langer in het mooie paleis. Ze lag op een open vlakte met haar zussen. Psyche vertelde het verhaal aan hen, waarop die meteen teruggingen naar de berg om daar te wachten op Favonius. Die kwam echter niet. Ze vielen van de berg, tegen de rotsen en stierven.
Psyche en Amor - Benjamin West
Ondertussen dwaalde Psyche een dag en een nacht rond. Zonder eten, drinken of rust. Ze was op zoek naar haar verloren man. In de tempel van Ceres kreeg ze advies. Ze moest naar Venus gaan en haar opdrachten uitvoeren. Misschien zou ze dan ooit haar man terug krijgen. Ze ging naar de tempel van Venus, die haar met afkeer ontving. Ze vroeg of Psyche soms kwam om haar zieke man te zien, herstellende van een wond die hem door zijn liefhebbende vrouw toegebracht was. Ze zou Psyche als echtgenote op de proef stellen.
Ze beval Psyche naar het opslaghuis van haar tempel te gaan. Daar lag een berg met tarwe, gerst, gierst, wikken, bonen en linzen. Venus zei tegen Psyche: “Sorteer deze granen, stop alles van dezelfde soort bij elkaar en zorg dat het voor de avond klaar is.” Toen vertrok Venus. Maar Psyche bleef zitten, met stomheid geslagen, zonder maar een vinger uit te steken. Terwijl Psyche daar zat, vroeg Cupido hulp aan een leger mieren. Ze sorteerden korrel voor korrel de hele graanberg. Nadat Venus gegeten had, ging ze naar Psyche en zag dat de taak vervuld was. Ze zei: “Dit heb jij niet gedaan, dit is zijn werk.” De volgende ochtend kreeg Psyche een nieuwe opdracht: ze moest van een groep schapen met gouden vachten de wol verzamelen. Psyche vertrok naar de rivieroever waar ze de schapen zou vinden en kreeg dit keer advies van de riviergod. Dat advies was dat ze moest wachten tot de nacht, omdat er gevaarlijke rammen rondliepen die haar zouden doden. ’s Avonds, als ze dan sliepen, kon ze veilig passeren en de schapenwol van de takken van de bomen plukken, waar die aan was blijven hangen. En zo vervulde Psyche haar tweede taak. Weer kreeg ze geen goedkeuring van Venus, omdat deze wist dat Psyche hulp had gehad. Psyche kreeg een nieuwe opdracht. Ze moest met een doos naar Proserpine gaan en om een beetje schoonheid vragen voor haar meesteres, omdat deze, toen ze voor haar zieke zoon zorgde, een beetje van haar eigen schoonheid was verloren. Psyche moest voor de avond terug zijn. Toen ze op weg was hoorde Psyche een stem die zei hoe ze de gevaren van de weg kon vermijden. Ze moest langs Kerberus, de hond met drie koppen, zien te komen en Charon overhalen om haar de zwarte rivier over te brengen. Zonder de gevaarlijke weg af te hoeven leggen zou ze dan bij een grot het koninkrijk van Pluto vinden. De stem zei echter ook, dat ze de gevulde doos nooit open mocht maken en erin kijken.
Psyche - Jean-Louis David
Psyche kwam veilig aan bij Pluto en ze mocht doorgaan naar Proserpine om de boodschap van Venus door te geven. Ze kreeg de doos mee terug, gesloten en gevuld met het kostbare goedje. Ze ging dezelfde weg terug als waarlangs ze gekomen was. Ze was erg blij om het daglicht weer te zien. Omdat ze zichzelf niet kon weerhouden de doos dicht te laten, opende ze deze om een klein beetje schoonheid aan zichzelf te geven. In de doos vond ze echter geen schoonheid, maar een duivelse slaap. Ze viel midden op de weg zonder enig gevoel of beweging in slaap. Cupido vluchtte door een kier van zijn raam en zocht Psyche. Toen hij haar gevonden had, haalde hij de slaap uit haar ogen en stopte het terug in de doos. Daarop raakte hij haar aan met één van zijn pijlen. Psyche werd wakker en vervulde alsnog haar taak.
Cupido vertelde Jupiter over zijn liefde voor Psyche. Jupiter ging vervolgens met Venus praten, die toestemde om Psyche en Cupido samen te laten zijn. Mercurius werd naar de aarde gestuurd om Psyche te halen. Toen Psyche in de hemel aankwam, kreeg ze een beker ambrosia en Mercurius zei: “Drink dit, Psyche, en je zult onsterfelijk worden. Cupido zal zich nooit kunnen losrukken van de problemen die hij krijgt, maar jullie huwelijk zal eeuwig zijn.” Psyche werd verenigd met Cupido en binnen korte tijd hadden ze een dochtertje, genaamd Voluptas.
Psyche en Amor - William-Adolphe Bouguereau
De relatie tussen deze twee geliefden, die niet voor elkaar bestemd waren, is veelvuldig als onderwerp van kunstwerken gebruikt, onder andere door Antonio Canova, Bertel Thorvaldsen, William-Adolphe Bouguereau en Edvard Munch.
In de Griekse mythologie werd Andromeda door de held Perseus gered van een zeemonster, waaraan zij werd geofferd. Haar moeder had beweerd dat ze mooier was dan de dochters van Nereus, de Nereïden. Als straf voor die hybris zond Poseidon het zeemonster Ceto, dat dagelijks de zeeën teisterde. Het orakel had Cepheus echter verteld dat het monster zou verdwijnen als ze hem Andromeda zouden offeren.
Perseus had net Medusa verslagen en vloog met zijn gevleugelde paard Pegasus langs Ethiopië toen hij Andromeda aan de rots geketend zag met enkel sieraden als kleding. Hij werd op slag verliefd en bood de jammerende Cassiopeia en Cepheus aan hun dochter te redden en het monster te verslaan. In ruil zou hij met haar huwen. De ouders stemden ermee in en Perseus doodde het monster. Andromeda was echter al uitgehuwelijkt aan de broer van Cepheus, Phineus, die haar op de bruiloft van Perseus en Andromeda kwam opeisen. Toen Cepheus en Cassiopeia hun belofte aan Perseus braken en de zijde van Phineus kozen, brak er een gevecht uit. Perseus nam het afgehakte hoofd van Medusa ter hand en versteende daarmee al zijn vijanden.
Andromeda stond aan de zijde van Perseus en schonk hem later vele kinderen. Als ode aan haar trouw werd ze door Zeus aan de hemel geplaatst. Het sterrenbeeld Andromeda is dus naar haar genoemd. Ook de andere hoofdrolspelers kregen een plek, waarbij opgemerkt mag worden dat Cassiopeia, vanwege haar ijdelheid ondersteboven werd geplaatst.
Ovidius (43 v. Chr. – 18 na Chr.) schreef een prachtige romance over de Grieks-Cypriotische Prins Pygmalion. Een liefdesgeschiedenis die in symbolische zin nog dagelijks aan de orde is in de menselijke psyche.
Prins Pygmalion – zo schreef Odivius - was een fervent liefhebber van beeldhouwkunst en kon daardoor – in zijn geval – zelf ook aardig met hamer en beitel uit de voeten. In de liefde daarentegen wilde het niet zo vlotten. De vrouwen die hij kende voldeden niet aan zijn morele standaard en dus was Pygmalion ongetrouwd. Op een goede dag – gefrustreerd door zijn vrijgezellenbestaan – leefde hij zich volledig uit op een blok ivoor en hakte een vrouw tevoorschijn die de schoonheid van het mooiste der aarde overtrof. Hij noemde haar Galatea. Pygmalion – snakkend naar liefde – raakte volledig in de ban van zijn eigen creatie. Iedere keer dat hij haar aanschouwde groeide zijn genegenheid totdat hij niets dan intense liefde voelde voor zijn ivoren beeld.
Omdat Pygmalion had gezien dat zij hun leven in zonde doorbrachten, nadat hij zich had geërgerd aan de gebreken, die de natuur in groten getale aan de vrouwelijke geest gaf, leefde hij zonder echtgenote als vrijgezel en miste lange tijd een slaapkamergenote.
Intussen beeldhouwde hij met wonderlijke vaardigheid op gelukkige wijze sneeuwwit ivoor en gaf het een schoonheid, waarmee geen enkele vrouw geboren kan worden en hij werd verliefd op zijn werk.
Het is de gedaante van een echt meisje, waarvan je zou geloven dat ze leeft en, als schaamte niet in de weg zou staan, aangeraakt wil worden: zozeer is de kunst verborgen in haar eigen kunst. Hij bewondert haar en Pygmalions borst brandt van verlangen naar het nagebootste lichaam.
Vaak brengt hij zijn handen naar het werk terwijl ze onderzoeken of het een lichaam is of dat ivoor, en hij geeft niet toe dat het nog ivoor is.
Hij geeft kussen en meent dat ze teruggegeven worden en hij praat (tegen haar) en houdt (haar) vast en hij gelooft dat zijn vingers zinken weg in de aangeraakte lichaamsdelen en hij is bang dat er een blauwe plek komt op de ingedrukte ledematen en nu eens haalt hij er vleiende woorden bij, dan weer brengt hij haar geschenken die meisjes dierbaar zijn: schelpen, ronde steentjes en kleine vogels en bloemen van (met) duizend kleuren en lelies en beschilderde ballen en de van de boom gevallen tranen van de Heliaden; hij versiert ook haar lichaam met kledingstukken: hij geeft edelstenen aan haar vingers, hij geeft lange kettingen aan haar hals; gladde parels (hangen) aan haar oor, kettingen hangen op haar borst: alles staat mooi; maar naakt schijnt zij niet minder mooi.
Hij legt haar op met Sidonisch purper geverfde kussens en noemt haar zijn bedgenote en hij legt haar achteroverleunende hals in zachte veren, alsof deze het kan voelen.
Tijdens het feest van Aphrodite bleef Pygmalion voor haar altaar staan en prevelde zijn gebed. “O Godin, als U alles kunt maken, schenk mij dan een vrouw die lijkt op mijn ivoren beeld.” De liefdesgodin voelde de immense hartstocht van Pygmalion voor Galatea en verhoorde zijn gebed. Drie stralen van vuur schoten ten hemel als teken van haar genade. Thuis aangekomen spoedde Pygmalion zich naar zijn ivoren creatie en drukte zijn lippen op de hare. Het ivoor voelde warm en zacht aan en onder de streling van zijn handen veranderde Galatea langzaam in een vrouw van vlees en bloed. Pygmalion en Galatea trouwden en schonken het leven aan een prachtige dochter Paphos. Een naam die nog steeds gedragen wordt door een stad op Cyprus.
De feestdag van Venus die op heel Cyprus door een groot publiek gevierd werd, was gekomen en jonge koeien met vergulde kromme horens, getroffen in hun sneeuwwitte nek, waren gevallen, wierook rookte, toen hij, nadat hij zijn plicht had vervuld, bij de altaren bleef staan en bedeesd (zei): ‘Als u, goden, alles kunt, laat dan, wens ik, als echtgenote (voor mij) zijn’, omdat Pygmalion niet durfde te zeggen ‘het ivoren meisje’ zei hij: ‘een meisje gelijk aan het ivoren meisje’.
Omdat de gouden Venus zelf op haar feesten aanwezig was, begreep ze wat die wensen betekenden, en, als teken van haar vriendelijke goddelijke macht, is driemaal een vlam opgelaaid en leidde hij zijn spitse tong door de lucht.
Zodra hij is teruggekeerd, zoekt hij het beeld van zijn meisje en terwijl hij ging liggen op het bed gaf hij haar kussen: zij scheen warm te zijn; hij beweegt opnieuw zijn mond naar haar en met zijn handen betast hij haar borst: het betastte ivoor wordt zacht en nadat het zijn hardheid heeft afgelegd geeft het mee onder de druk van zijn vingers en voegt zich, zoals was van de Hymettus door de zon smelt en nadat het door de duim is aangeraakt, in vele vormen gebogen wordt en juist door het gebruik bruikbaar wordt.
Terwijl hij stomverbaasd is en aarzelt of hij zich moet verheugen of moet vrezen dat hij bedrogen wordt, raakt hij weer, terwijl hij weer liefheeft, zijn wens met zijn hand aan; het was een lichaam: de aderen kloppen nadat ze door zijn duim zijn aangeraakt.
Dan spreekt de Paphische held werkelijk een stortvloed van woorden uit, waarmee hij Venus bedankt, en uiteindelijk drukt (kust) hij met zijn mond de niet onechte mond en het meisje voelde de gegeven kussen en bloosde en terwijl ze haar schuchtere blik naar het licht ophief, zag ze tegelijk met de hemel haar geliefde.
De godin zegent het huwelijk, dat ze heeft bewerkstelligd en nadat de maansikkels al negenmaal tot een volledige cirkel zijn samengebracht, baarde zij Paphos, van wie het eiland haar naam heeft.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan:
Laatste toegevoegde video's
Edward Burne-Jones, The Prioress’ Tale, circa 1865-1898,
gouache en waterverf op papier op een linnen drager, 103,4 x 62,8 cm
Het schilderij is geïnspireerd op het gelijknamige verhaal uit The Canterbury Tales. De priores vertelt over een jongetje dat vermoord wordt in opdracht van Joden omdat hij een hymne zingt ter ere van Maria: “O alma redemptoris mater”. De huurmoordenaar gooit het lijk in een latrine. De Maagd Maria legt een graantje op zijn tong, waardoor het jongetje op miraculeuze wijze de hymne blijft zingen. Hierdoor wordt zijn lijk ontdekt en de Joden gestraft voor hun daad. Het lichaam wordt voor het hoogaltaar van de abdij geplaatst, waarop de abt het jongetje vraagt hoe het komt dat hij nog kan zingen. Het jongetje vertelt hoe dit mirakel is gebeurd en zegt dat als het graantje verwijderd wordt, de Maagd Maria om zijn ziel zal komen. Dit gebeurt inderdaad wanneer de abt het graantje verwijdert en zo krijgt het jongetje een begrafenis van een martelaar.
Het centrale tafereel toont het jongetje in een devote houding voor de Maagd: hij houdt zijn handen en ogen gesloten. Zijn lichaam is gewikkeld in een witte doek, een lijkwade. Het jongetje staat in een nauwelijks zichtbare kuil en de Maagd Maria buigt zich naar hem toe en legt met haar rechterhand het graantje in zijn mond. In haar linkerhand draagt ze graanhalmen. Ze is gekleed in een paarse jurk en een blauwe mantel. Beide figuren staan temidden van een ommuurde tuin, waarin zonnebloemen en roze en rode klaprozen groeien. Een openstaand, houten poortje vormt de toegang. Op de muur groeien bloeiende plantjes, aan de rechterkant voor de muur groeien witte leliën. Het is alsof de jongen en de Maagd buiten de werkelijkheid geplaatst werden in een ideale “Tuin van Eden”. De tuin kan ook omschreven worden als een “hortus conclusus”, een thema uit de middeleeuwse schilderkunst, dat de interesse van Burne-Jones voor middeleeuwse schilderkunst weerspiegelt.
Op het middenplan zien we links een groep figuren waarvan de meesten met de rug naar het tafereel toe staan. Eén van hen heeft een boek vast, misschien een bijbel. Dit lijkt logisch aangezien ze een kerk binnengaan. De klokkentoren is te zien met een luidende klok die de mensen oproept naar de dienst te komen. Rechts staat een groepje van drie figuren, een man, een vrouw en een kind. De vrouw houdt het kind vast en bedreigt het met een mes, ook de man probeert het kind in bedwang te houden.
Het hoofdtafereel wordt omgeven door een architecturale setting, die zowel links als rechts doorloopt tot aan het achterplan. Een muurtje dat loopt tot het midden van de straat, scheidt het midden- en achterplan. Achter dit muurtje staat een grote zuil waarop het standbeeld van een man staat. Verder bestaat het achterplan nog uit een huis, waarachter een stenen boogvorm staat. Als uiteindelijke begrenzing heeft de kunstenaar een kerk geplaatst. Burne-Jones creëerde met het doorlopen van de verschillende plans in elkaar, de architecturale setting en de perspectieftekening een grote dieptewerking.
De bloemen die hij afbeeldt op het voorplan zijn dragers van een symboliek. De witte leliën symboliseren de puurheid van het kind en de Maagd Maria, de klaprozen staan voor troost en de zonnebloemen voor verering, terwijl de muurbloempjes symbool staan voor trouw in tijden van tegenspoed.238 Burne-Jones heeft de symboliek van het verhaal in bloemen gegoten: het verhaal gaat over de puurheid van het jonge kind en de Maagd Maria die troost biedt in zijn dood. De verering van Maria staat centraal en de aanhoudende trouw van het jongetje aan haar. De bloemen worden niet vermeld in het verhaal; zij zijn een eigen toevoeging van de kunstenaar. Burne-Jones had hier een duidelijk doel voor ogen: het verhaal van de priores overbrengen aan de kijker door middel van symbolen. Daarnaast stelt Burne-Jones de verering van Maria centraal, in plaats van te focussen op de moord en het antisemitische karakter van het verhaal. Het gruwelijke verhaal van de priores wordt door de kunstenaar volledig herleid tot het innige tafereel tussen het jongetje en de Maagd Maria. Als de kijker niet het verhaal als achtergrond heeft, wijst niets op de gruwelijke elementen. Het jongetje lijkt zelfs niet dood, de put waarin hij staat is nauwelijks zichtbaar, terwijl zijn lijk oorspronkelijk in een latrine gedumpt werd. Hier lijkt het alsof hij knielt om een hostie te ontvangen van de Heilige Maagd.
De aanzet tot de moord wordt afgebeeld op het middenplan, waar we de twee figuren zien die het kind in bedwang houden en de vrouw die het mes in de rug duwt. Het kind heeft dezelfde kleur van haar en gewaad als het jongetje op de voorgrond. Dit tafereel komt niet voor in het verhaal van Chaucer, aangezien het jongetje vermoord wordt door één huurmoordenaar. Het simultaan weergeven van de taferelen sluit aan bij de middeleeuwse schilderkunst waardoor Burne-Jones zich liet inspireren. Gelijktijdigheid in het beeld van verschillende momenten is een typisch element van middeleeuwse schilderijen.
Bron: Evelien Verdonck, "Literatuur als inspiratiebron voor beeldende kunstenaars in het Engeland van de negentiende eeuw",Universiteit Gent, Academiejaar 2009-2010.
Laatste toegevoegde foto's
Alexandre Cabanel en ‘de Salon van de Venussen’
15.06.2024 | 18:49
Op de salon van 1863 waren zoveel naakte vrouwen te zien dat de Franse kunstcriticus Théophile Gautier de tentoonstelling uitriep tot ‘de Salon van de Venussen’. De Geboorte van Venus van de Franse kunstenaar Alexandre Cabanel groeide uit tot het icoon van de academieku…
Lees meer…
Expo Godinnen van de Art nouveau
01.09.2021 | 20:34
Het Allard Pierson stelt met twee Duitse partnermusea een tentoonstelling samen over de internationale art nouveau. Hierin wordt de fascinatie voor de vrouw centraal gesteld. Zij is rond 1900 de droom én de nachtmerrie van een generatie kunstenaars die de werkelijkheid probeert te on…
Lees meer…
14 beroemde musea online te bezoeken
17.03.2020 | 16:20
Deze corona-periode van gedwongen huisarrest is een goed moment om je online onder te dompelen in de collecties van de mooiste musea ter wereld. Van Brussel tot Sint Petersburg en van Seoul tot New York: een selectie van de musea die je op het internet kan bewonderen.
1. British Mus…
Lees meer…
De esthetische droomwereld van Edward Burne-Jones
18.12.2018 | 14:52
Edward Burne-Jones - Laus Veneris, 1868.
Bevroren in bevalligheid
Zijn dromerige helden, bevroren in middeleeuwse settings, maakten Edward Burne-Jones tot een cultfiguur. Tate Britain neemt een duik in de kunstmatige paradijzen waar hij ons binnenlokt.
Mooi en meedogenlo…
Lees meer…
Velleda (c. 1869) - Charles Voillemot
Veleda was een Germaanse zieneres die een rol speelde in de opstand van de Bataven in 69 n.Chr. Volgens Tacitus was ze ‘een maagd uit de stam van de Bructeri die grote macht bezat, naar het gebruik bij de Germanen om vele vrouwen voor zieneressen, in extreme gevallen van bijgeloof zelfs voor godinnen te houden. Het aanzien van Veleda steeg toentertijd zeer, want zij had het succes van de Germanen en de nederlaag van de legioenen voorspeld’. Toen de Bataven Keulen bedreigden, riepen de inwoners van die stad Civilis en Veleda aan als scheidrechters: ‘Gezanten werden met verschillende geschenken aan Civilis en Veleda gestuurd en handelden alles af naar de zin van de Keulenaren; het was hun echter niet toegestaan voor Veleda zelf te verschijnen en met haar te spreken. Men verbood hun haar te zien om zo meer eerbied in te boezemen. Ze woonde in een hoge toren en een door haar daarvoor uitgekozen familielid bracht de vragen en antwoorden over als (ware hij de) boodschapper van een godin.’ In 70 kaapten de Germanen het vlaggenschip van de Romeinse Rijnvloot en sleepten het schip de Lippe op om het aan Veleda te schenken. De Romeinse commandant Petilius Cerialis kende blijkbaar de macht van Veleda en probeerde haar zelfs over te halen de Romeinen van dienst te zijn, waarbij hij Civilis en de Bataven gratie beloofde. Veleda is het bekendste voorbeeld van een zieneres bij de Germanen. Vrouwen komen herhaaldelijk in die functie voor. Tacitus vermeldt in hoofdstuk 8 van zijn Germania: ‘In de ogen van de Germanen bezitten vrouwen een zekere heiligheid en de gave van de profetie en daarom letten ze op hun raadgevingen. Zo hebben wij onder de regering van de goddelijk vereerde Vespasianus zelf beleefd, hoe Veleda lange tijd door zeer veel Germanen als een goddelijk wezen werd geëerd. Maar al in de grijze oertijd hebben de Germanen Albruna en verscheidene andere vrouwen vereerd, maar niet uit vleierij en zonder dat ze ze als het ware eerst tot godinnen maakten.’
Adam en Eva - Botero
Armand Point
Liefde en Lust - De kunst van Joachim Wtewael (1566-1638)
Galatea en Acis
Jozef en Potifar's vrouw
Pre-Raphaelite Autumn
Slapende Venus - Patricia Watwood
Waterhouse, John William - Danaïden en Danaïdenvat.
Danaïden noemt men de 50 dochters van koning Danaos van Libië. Danaos nam met zijn 50 dochters de vlucht naar Argos, toen zijn tweelingbroer Aigyptos de meisjes wilde dwingen tot een huwelijk met zijn 50 zonen. Toen zij ondanks hun verzet toch tot trouwen werden genoodzaakt, vermoordden alle Danaïden hun echtgenoten, behalve Hypermnestra, die haar man, Lygkeus, spaarde omdat zij echt van hem hield. Met dit paar begon het nieuwe koningsgeslacht van Argos, waarvan de bewoners voortaan "Danaoi" zouden heten. De overige Danaïden moeten voor straf ten eeuwigen dage in de Onderwereld een bodemloos vat volscheppen (het Danaïdenvat).
Danaë - Jacques Blanchard
Francesca da Rimini of Francesca da Polenta (1255 – 1285) was de beeldschone dochter van Guido da Polenta, heer van Ravenna. Ze was een tijdgenoot van Dante Alighieri, die haar gebruikte als personage in de vijfde zang (canto) van De Goddelijke Komedie.
Guido da Polenta was in oorlog met de familie Malatesta. Toen er vrede werd gesloten, wilde Guido de vrede solideren door zijn dochter te laten huwen met de erfgenaam van de Malatesta's, Giovanni Malatesta (Gianciotto), zoon van Malatesta da Verucchio, heer van Rimini. Giovanni was een dapper man, maar invalide en misvormd. Guido wist dat Francesca een huwelijk met Giovanni zou weigeren, en daarom had hij de bruiloft zo georganiseerd dat Francesca dacht dat ze met Giovanni's knappe broer Paolo zou trouwen.
Francesca werd verliefd op Paolo en had pas in de gaten dat ze zijn broer had getrouwd de ochtend na de trouwdag. Francesca en Paolo werden vervolgens opnieuw verleid door het lezen van het verhaal van ridder Lancelot en koningin Guinevere en werden minnaars. Ze werden betrapt door Giovanni en door hem vermoord.
Hypatia was een Griekse wiskundige en neoplatonisch filosofe. Zij wordt wel de eerste vrouwelijke wiskundige genoemd. Ze leefde in Alexandrië (Egypte) en doceerde wiskunde en neoplatonische filosofie. Vanwege haar vooruitstrevende en wetenschappelijke manier van denken en doen werd zij in stukken gereten door een menigte christenen. Haar tijdgenoot, de christelijke historicus Socrates Scholasticus, schetst het volgende portret van haar in zijn Kerkgeschiedenis:
Er was in Alexandrië een vrouw met de naam Hypatia, dochter van de filosoof Theoon, die in de literatuur en wetenschap zo succesvol was, dat zij alle filosofen van haar tijd overtrof. Toegelaten tot de School van Plato en Plotinus hield zij voordrachten over de grondbeginselen van de filosofie. Veel toehoorders kwamen van ver weg om door haar onderwezen te worden. Dankzij haar soevereine optreden en haar elegante verschijning, die zij zich als gevolg van haar geestesbeschaving aangemeten had, verscheen zij vaak in de openbaarheid in tegenwoordigheid van staatslieden. Zij schuwde het ook niet om naar openbare samenkomsten van mannen te gaan. Alle mannen bewonderden haar daarvoor op grond van haar buitengewone waardigheid en deugd des te meer.
---
Charles William Mitchell (Newcastle, 1854 – 1903) was een Engels kunstschilder die wordt geassocieerd met de Prerafaëlieten. Mitchell was een tijdgenoot van John William Waterhouse en het werk van de beide kunstenaars toont overeenkomsten in stijl. Mitchell schilderde een aantal grote historische taferelen en ontwierp ook mozaïeken voor kerkgebouwen. Hij heeft zijn faam voornamelijk te danken aan het schilderij Hypatia uit 1885.
Antiope en Jupiter - Anthony Van Dyck
In Jupiter en Antiope bracht Antony van Dyck een van de talrijke escapades van Jupiter in beeld. In de Metamorfosen van Ovidius lezen we hoe de oppergod, vermomd als sater, de nimf Antiope zwanger maakte van een tweeling. Van Dyck beeldde het moment af waarop Jupiter, vergezeld van zijn vaste attribuut de arend, de argeloos slapende Antiope bespiedt. De erotisch getinte voorstelling kan begrepen worden als een ode aan de vruchtbaarheid, maar ook als een veroordeling van losbandig gedrag. Dergelijk mythologische taferelen boden kunstenaars een alibi om zonder schroom naaktfiguren uit te beelden. Jupiter en Antiope is een jeugdwerk van Van Dyck en een van de weinige mythologische voorstellingen van zijn hand. Het is een typisch bravourestuk waarin Van Dyck zijn virtuositeit in het schilderen van naakten en kostbare stoffen kon demonstreren. Hij boekte er veel succes mee. Er zijn verschillende versies van en Rubens zelf bezat er een tot aan zijn dood.
Statistieken