Blog
Geplaatst op dinsdag 18 december 2018 @ 14:52 door Calamandja , 1594 keer bekeken
Bevroren in bevalligheid
Zijn dromerige helden, bevroren in middeleeuwse settings, maakten Edward Burne-Jones tot een cultfiguur. Tate Britain neemt een duik in de kunstmatige paradijzen waar hij ons binnenlokt.
Mooi en meedogenloos zijn ze, de langbenige vrouwenfiguren met hun bevallige, bleke teint. Zoals de mysterieuze zeemeermin uit The depths of the sea: met een engelachtige smile sleurt ze een matroos de dieperik in.
De mannelijke helden bevinden zich opvallend vaak in het web dat vrouwen voor hen spinnen. Ze kijken verdwaald, verward, lichtjes ontzet zelfs. In de schilderijen van Edward Burne-Jones spelen fatale liefdes zich af tussen romantische ruïnes, of ze lokken je binnen in sprookjesachtige settings met een sinister randje. Oude ballades en mythische heldendichten leveren er de inspiratie voor.
Fin de siècle
Het oeuvre van Edward Burne-Jones oogt monumentaal, donker en streng. Naar moderne smaak puilen zijn beladen taferelen uit van de clichés. Ze scheren rakelings langs de fantasy-kitsch. Maar evengoed maken de sensualiteit en de poëzie grote indruk. De onuitgesproken verlangens die deze adept van l’art pour l’art telkens weer oproept, voeren dronken. Zijn kunstmatige paradijzen blijven een sterke aantrekkingskracht op ons uitoefenen.
Edward Burne-Jones was de laatste van de prerafaëlieten, de Britse kunststroming die de oprukkende industrialisering verfoeide en teruggreep naar het verleden. Kunstenaars als Dante Gabriel Rossetti en John Everett Millais spiegelden zich aan oude meesters als Botticelli, met zijn vrouwenfiguren die kuise erotiek uitstralen, en aan het fijngepenseelde realisme van Van Eyck.
Met hun hang naar een geïdealiseerd verleden en archaïsche puurheid sloten de prerafaëlieten aan bij een avant-garde van het moment: het symbolisme, gedrenkt in de dromerige sfeer van het fin de siècle.
In Frankrijk, de bakermat van deze stroming, vond Edward Burne-Jones meteen een vruchtbare bedding. Een van zijn mysterieuze schilderijen, geïnspireerd op een gedicht van Tennyson, hing in 1889 op de wereldexpo in Parijs en werd er bejubeld.
Op oorlogsmissie
Edward Burne-Jones (1833-1898) groeide op in de industriestad Birmingham. Hij kreeg geen artistieke opleiding maar ging theologie studeren. Al in zijn prilste werk toonde hij zich een uitmuntend tekenaar, die bovendien complexloos bruggen sloeg tussen de schone en de toegepaste kunsten. Zijn levenslange vriendschap met William Morris, pionier van Arts and Crafts, zat daar voor veel tussen. Morris spoorde hem aan om naast schilderijen ook glasramen en wandtapijten te ontwerpen. Samen werkten ze ook aan precieuze boekuitgaven.
Van meet af aan was zijn obsessie met het gracieuze en het harmonieuze duidelijk. In zijn vroegste werken putte Burne-Jones voor zijn verstilde, donkere aquarellen inspiratie uit epische poëzie van Chaucer en Edmund Spenser. In zijn introspectieve droomwereld figureerden voortaan rondetafelridders en koningen, mythische helden op oorlogsmissie, of sleeping beauties die zich neervlijden in een woud vol doornen.
Oudemannenclub
Burne-Jones sloot zich aan bij The Old Watercolour Society, maar werd er meteen buiten gekeken. De androgyne figuren van Phyllis and Demophoön, maar vooral het frontale naakt, shockeerden de oudemannenclub. De kunstenaar weigerde zijn schilderij aan te passen en koos daarna voor de Grosvenor Gallery. Anders dan de conservatieve Royal Academy propageerde die niet het naturalisme, maar kunst die flirtte met het mystieke en het sensuele.
Monumentale werken ontstonden, zoals The golden stairs: een spiraalvormige parade van bevallige vrouwenfiguren, gevangen in een afdaling à la Escher. Met hun antieke gewaden en identiek opgestoken haren lijken ze inwisselbaar in hun tijdloze schoonheid. Of Laus Veneris (Lof van Venus): een lang uitgestrekte vrouwenfiguur die zich verveeld door de vuurrode haren strijkt. Ze wacht op haar Tannhaüser, terwijl een dameskwartet voor wat muzikale verstrooiing zorgt. Muziek, poëzie, middeleeuwse wandtapijten, de lusteloze, melancholische sfeer gevat in verzadigde kleuren: het is Burne-Jones op zijn best.
De tour de force van de tentoonstelling is het bijeenbrengen van twee cycli: The Briar Rose en Perseus. De heldendaden van deze figuur uit de Griekse mythologie leverden misschien wel Burne-Jones’ beroemdste werken. Als in een gewelddadige actiefilm redt Perseus een onaardse schoonheid uit de klauwen van zeemonster en onthoofdt hij met één houw de afzichtelijke Medusa.
De retrokunst van Burne-Jones onthult hier haar onmiskenbaar romantische ambities: het uittekenen van een zuiver esthetische droomwereld. Met helden als onaardse stripfiguren, bevroren in hun bevalligheid.
Expo Edward Burne-Jones. Tot 24/2 in Tate Britain, Londen.
Bron: GEERT VAN DER SPEETEN; De Standaard (standaard.be)
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.