Blog
Geplaatst op zaterdag 12 maart 2011 @ 01:26 door Calamandja , 867 keer bekeken
In het Mauritshuis in Den Haag, een klein stadspaleis dat sinds jaar en dag gebruikt wordt als museum, loopt een tentoonstelling over de 17de-eeuwse Hollandse schilder Jan Steen (1626-1679). Het is lachen geblazen, want Steen was de stand-upcomedian van zijn tijd. Hij schilderde komische voorstellingen van verlopen huishoudens, vertier in herbergen, kwakzalvers en minzieke meisjes.
Het oeuvre van Jan Steen bestaat uit zo’n 400 schilderijen. Daarvan worden in het Mauritshuis 16 werken getoond. Die kleine selectie, opgehangen in drie kamers, sluit goed aan bij de burgerlijke en huiselijke sfeer die het museum uitstraalt. Steen verkocht zijn schilderijen vooral aan rijke kooplui. Voor de clerus, zeker de protestantse, waren zijn voorstellingen wellicht iets te gewaagd.
De tentoonstelling opent dan wel met een zelfportret van de kunstenaar als een welgedane en voorname burger, op andere schilderijen speelt hij mee in de zottigheid. Vaak is hij zelf een drinkende flierefluiter. Bijna alle getoonde schilderijen zitten vol kluchten en erotische toespelingen.
Het topwerk van de tentoonstelling, tegelijk het kleinste schilderij dat de kunstenaar ooit gemaakt heeft, is het zogenoemde ‘Oestereetstertje’ uit 1658/60, een paneeltje van 20,5 bij 14,5 cm. Een jong meisje strooit kwistig zout op een geopende oester. Haar loensende blik verraadt dat ze nog meer te bieden heeft. Oesters golden en gelden nog steeds als afrodisiacum, een lustopwekkend middel. Zo dacht men overigens in de 17de eeuw ook over zout. Het meesterwerkje laat zien dat Steen tot in de finesses het fijnschilderen beheerste, een manier van schilderen waarbij men de penseelstrepen niet kan zien. Steen wist als geen ander stoffen en materialen op een levensechte wijze weer te geven.
BAARMOEDER
Het kan verbazing wekken dat Jan Steen zijn voorstellingen steeds peperde met gewaagde toespelingen. Steen zelf was geen protestant, maar katholiek. Bovendien was het Hollandse protestantisme in de 17de eeuw veel minder puriteins dan later, zeker in de 19de eeuw. Om zijn schilderijen inhoudelijk te begrijpen, wordt wel enige kennis van de opvattingen in de 17de eeuw verondersteld. Op het paneel ‘Het zieke meisje’ uit 1660/62 ontvangt een jong meisje de dokter in haar ziekenkamer. De arts voelt haar polsslag en zal ook haar urine bestuderen, een staal dat klaarstaat in een kolfje op een tafel. Het is een kluchtig thema waarop Steen een 20-tal variaties maakte. Voor de tijdgenoten van Steen was de boodschap duidelijk: het meisje lijdt aan ‘furor uterinus’ of ‘zwevende baarmoeder’. Men geloofde dat het om een potentieel levensbedreigende ziekte ging, die vooral jonge maagden trof. Door de seksuele onthouding zou hun baarmoeder op drift slaan. De enige remedie was dat zo’n meisje snel trouwde en het bed in dook met haar geliefde. Verliefde meisjes veinsden de ziekte om hun vader aan te porren toestemming te geven voor een huwelijk. Steen maakte er een klucht van: de arts is ouderwets gekleed en kijkt sullig. Er zijn nog meer merkwaardige details. Vaak komt bij Jan Steen een hondje voor, dat iedere keer een andere uitdrukking heeft. Op dit paneel lijkt het schoothondje op een knuffeldier en stelt het wellicht de afwezige minnaar voor, die verlangend keft.
WARBOEL
Jan Steen heeft zeer verschillende genrestukken geschilderd, met onder meer ook voorstellingen van huishoudens waar het er levendig en chaotisch aan toe gaat. Vaak poseerden zijn familieleden daarvoor. Voor dergelijke huisgezinnen is nog steeds de uitdrukking ‘een huishouden van Jan Steen’ in zwang, waarmee een warboel bedoeld wordt. Dat gezegde wordt letterlijk uitgebeeld in het schilderij ‘Het vrolijke huisgezin’ uit 1668, dat helaas niet in Den Haag te zien is.
Jan Steen was een levensgenieter, maar van zijn kunstenaarschap kon hij niet leven. Toen hij stierf, liet hij behalve zijn kunstwerken vooral schulden na. In zijn levensgeschiedenis valt het op dat de kunstenaar diverse keren naar een andere stad verhuisde, van Leiden naar Den Haag, Delft, Warmond en weer naar Leiden. Wellicht was hij op zoek naar nieuwe klanten. Bekend is dat hij in minstens twee steden een herberg openhield. Hij verdiende er niet genoeg mee om de huur aan de brouwerij te betalen. Blijkt dat de kunstenaar vooral uit noodzaak schilderde. Hij werkte zich vaak in nesten en loste met zijn schilderijen zijn schulden af.
Naast Rembrandt wordt Jan Steen nu in Nederland beschouwd als een van de belangrijkste schilders van de Gouden Eeuw, de meester-verteller bij uitstek onder de 17de-eeuwse Nederlandse schilders. In Vlaanderen is Steen veel minder bekend.
Mauritshuis, Korte Vijverberg 8 in Den Haag. Tot 13 juni. Open van dinsdag tot zaterdag van 10 tot 17 uur, op zondag van 11 tot 17 uur. Catalogus beschikbaar.www.mauritshuis.nl.
BRON: BERT POPELIER; "De olijke schilderiijen van Jan Steen"; De TIJD; donderdag 10 maart 2011.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.