Blogposts

Blog

Geplaatst op zaterdag 19 februari 2011 @ 18:20 door Calamandja , 852 keer bekeken

Dialoog onder fauves

 

Het stadhuis van Brussel bracht obscure Hongaarse fauvisten samen in Dialoog onder fauves.

Hongaarse wilden

Het fauvisme deed aan het begin van de 20ste eeuw opgeld met wilde kleuren die de betekenisloze imitatie van de natuur torpedeerden. Het was één van die picturale revoluties die, met Henri Matisse (1869-1954) als scherpzinnigste vertolker, de moderne kunst inluidden. Dat was Parijs, maar ook in Hongarije en bij in Parijs verblijvende Hongaren sloeg de stijl aan. 

De Hongaarse lezing van de stijl is een amper belichte tak van het fauvisme. Kattige opmerkingen van Franse kunstliefhebbers waren toentertijd hun deel. Sinds de recente receptie van het werk van de Hongaarse fauvisten reageren Franse critici verrast en is men verwonderd over de ontdekking van kwaliteit die in de anonimiteit was opgegaan. Het al te abrupte einde werd ingeluid door het begin van WOI in 1914. Vele werken geraakten hopeloos verspreid en werden vernietigd. Het maakt er de evaluatie niet makkelijker op.

De Hongaarse fauvisten hebben zich nooit als een groep gedragen. De overkoepelende term stelt de zaken vereenvoudigd voor. Zij waren individuen die zich in Parijs in de kunstscène begaven. Dat resulteerde in eclectische kunst. Verschillende invloeden namen ze in zich op: Gauguin, Van Gogh, Matisse, Cézanne of het kubisme van Braque en Picasso. We merken het op de expo, men kopieerde niet slaafs de fauvistische hits

Gedomesticeerd fauvisme

In het stadhuis zien we in een sobere grijze, kundig uitgelichte setting flitsende en spirituele kleuren, naakten, markten en landschappen. De ene keer ogen ze korstig en pasteus, een andere keer werden ze glad en vloeiend gepenseeld. Sommigen verkozen de hoekigheid à la Picasso en anderen lieten zich leiden door de esthetiek van het naakt bij Matisse. 

Dit zijn ietwat getemde wilden met werken die bijna stuk voor stuk mooi ogen en die na een tijdje gadeslaan aan gewicht winnen. Op het eerste gezicht zien we zeer vertrouwde zaken: een streepje Matisse hier, een flard Derain daar. Maar de namen zijn ons onbekend en bij het aandachtig bekijken komt niet alles ons even vertrouwd voor. De Hongaren konden in de Parijse galerie van Ambroise Vollard de picturale revolutie volgen, of bij Gertrude Stein aankloppen en via haar collectie of vriendenkring inspiratie opdoen.

Alle kleuren van de regenboog


Geweldig omspringen met kleur kan op vele manieren. Het brave karakter schuilt in het aanhouden van de figuratie. De kleur esthetiseert de compositie, maar ontregelt die niet echt. Vijf gegroepeerde landschappen zijn weergaloos en volstrekt onbekend. Sándor Ziffer (1880-1962), Sándor Galimberti (1883-1915) en Géza Bornemisza (1884-1966) lieten hun licht op het Hongaarse platteland schijnen. De sobere opstelling en de uitgekiende belichting zorgen voor wellustig oplichtende kleuren. Een mindere belichting zou hen een stuk ordinairder gemaakt hebben. Weinig schilderijen zijn daar tegen opgewassen. De mindere reproducties in de catalogus geven wat dat betreft een vertekend beeld. Ain’t nothing like the real thing.

Dialoog onder fauves. Hongaars fauvisme (1904-1914)
Tot 20/3
Stadhuis Brussel


Bron : Matthias Depoorter; Knack Magazine.



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.